Addition

Het lot van de kinderen Beem

Hermina Juliana Beem

Op 2 maart 1943 vertrok uit kamp Westerbork een trein met 1105 mensen naar het toen onbekende vernietigingskamp Sobibor. Na een reis van drie dagen kwam de trein op 5 maart aan. Het was het eerste transport uit Nederland naar dit kamp. Nog 18 transporten zouden volgen tot het laatste transport op 20 juli 1943. 34.313 Joodse mannen, vrouwen en kinderen maakten de gedwongen reis naar dit gruwelijke oord in oost-Polen. In nog geen vijf maanden werden zij, op ongeveer duizend na, op de dag van aankomst vergast. Van de ruim 34.000 keerden slechts enkelen terug.

Het eerste transport werd, net als het tweede, uitgevoerd met een personentrein. Daarna gebruikte men veewagens. Van het eerste transport overleefde niemand. Opvallend is dat van de ruim elfhonderd mensen tweederde vrouw was en eenderde man. Van enkelen van hen heeft Stichting Sobibor een portret gemaakt.

Het gezin Beem

Hermina Juliana – roepnaam Mien – Beem was de oudste dochter in een gezin van vier kinderen. In 1929 kwam ze samen met haar zusje en broertjes in het Joodse weeshuis in Leiden terecht. Mien was elf; de rest negen, zeven en drie. Hun hele jeugd zouden de kinderen Beem in het weeshuis blijven. Vanwege depressies kon hun moeder Rosa Beem, geboren Hertzdahl, niet voor hen zorgen; zij verbleef in het Apeldoornsche Bosch. Vader Simon bezocht ieder weekend zijn kinderen.

Mien Beem

Op haar negentiende verliet Hermina het weeshuis en vertrok naar Amsterdam. Hier zou ze een aantal jaar verblijven. Tussendoor woonde ze enige tijd in Aalten, bij de familie Fuldauer. Vanaf 1 juli 1942 werkte Hermina als hulp in de huishouding van het Portugees Israëlitisch Meisjesweeshuis aan de Nieuwe Prinsengracht in Amsterdam. Dit weeshuis werd in februari 1943 leeggehaald: de meisjes en hun verzorgsters, waaronder Hermina, werden opgehaald en weggevoerd naar kamp Westerbork. Hermina kwam hier op 11 februari 1943 aan. Haar vader, moeder en zusje waren haar – elk op een ander moment – voorgegaan; inmiddels waren ze al in Auschwitz vermoord.

Op transport

Op 2 maart werd Hermina op transport gesteld naar Sobibor, waar ze na een treinreis van drie dagen op 5 maart werd vermoord. Hermina was op dat moment 24 jaar. Onafhankelijk van elkaar zouden haar twee broers David en Jozef dezelfde weg afleggen. Zestien dagen nadat Hermina op transport was gesteld werd de jongste van het gezin, Jozef, samen met andere weeskinderen uit het Leidse weeshuis overgebracht naar kamp Westerbork. Dat was op 18 maart. De meeste kinderen en verzorgers zijn in Sobibor vermoord. Jozef ging op 23 maart 1943 op transport naar Sobibor. David kwam op 3 juli 1943 vanuit kamp Vught in Westerbork aan en werd drie dagen later doorgevoerd naar Sobibor.

//Foto’s: Collectie JHM, Amsterdam.
Bronnen: www.communityjoodsmonument.nl (Joods Historisch Museum).
www.kampwesterbork.nl (Herinneringscentrum Kamp Westerbork).
Met medewerking van Mike Baltissen.//

Tekst Irene Hemels, Stichting Sobibor

All rights reserved