Addition

In Memoriam II

Siegfried de Leeuw is een zoon uit het huwelijk van veehandelaar Aron de Leeuw en Hermina de Leeuw-Israëls. Siegfried heeft een tweelingbroer, Nico, en een oudere broer, Max. Siegfried is geboren in Groningen en emigreert met zijn ouders op onbekende leeftijd naar Duitsland. In het Militieregister van Amsterdam (jaargang 1927) staat hij vermeld als inwonend bij zijn ouders in Wolthusen (bei Emden). Omdat zijn oudere broer Max een paar jaar geleden al is opgeroepen voor de dienstplicht, hoeft Siegfried het leger niet in (‘broederdienst’). In april 1939 emigreert hij naar Apeldoorn. Hij volgt hiermee zijn broer Max die al eerder in Apeldoorn is gaan wonen.

Etel Smijewski is dochter van Aron Smijewski en Dina Bialaschuoski. De enige bronnen waarin de naam van haar ouders zijn terug te vinden, zijn een inschrijving bij de Nederlandse Israëlitisch gemeente en de naoorlogse sterfakte van Etel. Over het leven van Etel tot aan haar komst in Apeldoorn is verder niets bekend.

Siegfried is net als zijn vader veehandelaar, hij heeft een eigen zaak (in het Militieregister staat hij vermeld als arbeider). Op 4 januari 1939 trouwt hij in het Poolse Posen met Etel, het is niet bekend hoe en waar zij elkaar hebben leren kennen. Wel dat zij gezamenlijk op 14 april 1939 uit Duitsland naar Apeldoorn komen.

Het echtpaar blijft na het huwelijk nog anderhalf jaar bij de ouders van Siegfried inwonen. Op 6 juli 1940 verhuizen Siegfried en Etel naar een pension in de Burgemeester Tutein Noltheniuslaan op nummer 32.

Siegfried wordt in een werkkamp vastgezet, waar hij in een werkverschaffingsproject arbeid moet verrichten. Waar en wanneer is nu niet meer na te gaan. Hij wordt op 2 oktober 1942 overgeplaatst naar Kamp Westerbork. Zijn vrouw Etel wordt in de daarop volgende nacht uit huis weggevoerd en in het doorgangskamp geregistreerd.

Op de registratiekaart van de Joodse Raad wordt vermeld dat Siegfried in ieder geval in barak 59 en Etel in barak 55 verblijft.

Het echtpaar behoort tot de 1108 geïnterneerden die te horen krijgen dat zij met het eerstvolgende transport mee moeten; bestemming ‘het Oosten’. De vertrekdatum is dinsdag 16 februari 1943. Transport 50 vertrekt met vijfentwintig wagons naar het Oosten en heeft als eindbestemming treinstation Auschwitz.

In het boek ‘In Memoriam’ door Guus Luijters staat een getuigenis van de heer Herzberg, wonende te Amsterdam, opgetekend: “Welke de route van de trein door Duitsland was, weet ik niet. Wel is mij bekend, dat wij via Breslau zijn gereden. Van ontvluchting of overlijden onderweg heb ik niets bespeurd; de trein stond eenmaal stil om ons in de gelegenheid te stellen water te halen. Uit elke wagon mocht één man naar de pomp tot dat doel. In Auschwitz aangekomen moesten wij allen uitstappen; de bagage moest achtergelaten worden. De aankomst speelde zich in het donker af. Eerst werden de mannen van de vrouwen gescheiden. Aan de mannen werd naar hun leeftijd gevraagd. Ik had de indruk, dat de leeftijden van de geselecteerden zich bewogen tussen de 18 en de 40 jaar. Alle anderen verdwenen op de vrachtauto’s. Wat er met de vrouwen is geschied, is mij onbekend.”

Etel wordt, net als alle andere vrouwen uit transport 50 bij aankomst op vrijdag 19 februari 1943 in één van de gaskamers van Auschwitz om het leven gebracht. De sterfdatum van Siegfried verwijst naar een bij wet bepaalde datum. Hieruit is op te maken dat de exacte sterfdatum onbekend is en ook dat hij tot aan zijn dood dwangarbeid heeft verricht.

Bronnen: Afdeling documentatie van het Auschwitz Museum, het Ministerie van Defensie, stichting Sobibor, gemeentearchief Kastellaun, gemeente Gooise Meren, Stadsarchief Rotterdam, Stadsarchief Amsterdam, Bundes Archiv Gedenkbuch en Groninger Archief, ‘Het Apeldoornsche Bosch’ door Hanneke Oosterhof en Delpher (gedigitaliseerde Nederlandse historische kranten). Digitaal Joods Monument, CODA Archief Apeldoorn, Erica adresboek van Apeldoorn, Yad Vashem, het Gelders Archief, afdeling ‘Naam & Gezicht’ van het herinneringscentrum Kamp Westerbork en het boek ‘In Memoriam’ door Guus Luijters. 

31 januari 2021