Addition

Greta Bosboom, voor het laatste gezien in Auschwitz. Verdwenen maar niet vergeten (deel 2)

Greta Bosboom en haar onderduik

Dit is het verhaal van Greta, een jonge moeder, die onderduikt in de Haarlemmermeer bij de familie Bogaard. Zij wordt slachtoffer van de Colonne Henneicke.

Getrouwd of niet, Greta en Jacob blijven bij elkaar en Greta is zwanger. Dit maakt haar activiteiten met betrekking tot het meesmokkelen van kleine kinderen uit de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg alleen maar moeilijker en nog gevaarlijker. Als Greta hoogzwanger is, besluiten ze op zoek te gaan naar een schuilplaats, een onderduikadres. Mogelijk zijn hun contacten binnen het verzet behulpzaam geweest.
Zij komen terecht in de Haarlemmermeer, in Nieuw Vennep. Het is niet bekend waar zij precies ondergedoken hebben gezeten en hoe lang. Maar op 14 juli 1943 worden ze door twee leden van de Colonne Henneicke opgepakt. Of, zoals ze in hun in het Duits gestelde ‘Bericht’ schrijven: “Bei Durchführung der Einzel-Aktion gegen niet gesperrte Juden wurde festgenommen”. Greta en Jacob zaten op dat moment in een schuur in een weiland. In de korte tekst wordt gesproken over het joodse echtpaar Tak-Bosboom. Zij droegen geen Davidsster en waren in het bezit van valse identiteitspapieren. Verder bezaten zij ƒ 652,00, dit bedrag wordt in beslag genomen.
Na aftrek van de transportkosten ƒ 50,00 is het restbedrag overgedragen aan de Sicherheitspolizei Aussendienststelle Amsterdam IV-B.
Greta en Jacob (‘Die Juden) zijn overgedragen (‘eingeliefert’) aan de Zentralstelle f.j. Auswanderung (bron: arrestatiebericht, NIOD).
De twee die verantwoordelijk zijn voor de ‘Einzel-Aktion zijn: Bout en Vlugt. Volgens Ad van Liempt, met wie ik daarover heb gecorrespondeerd, zijn deze twee: “het meest productieve en gewelddadige duo van de hele Colonne!” Na de oorlog zijn zij ook ter dood veroordeeld”. Deze Bout en Vlugt hebben in het boek Kopgeld (van Ad van Liempt) een eigen hoofdstuk gekregen (maar dan wel onder een iets andere naam, in verband met de privacy van hun nabestaanden). Hun doodstraf is overigens niet uitgevoerd.

Politiebericht over de arrestatie van Greta en Jacob. Bron: NIOD>

Op 18 juli 1943, vier dagen na haar arrestatie, bevalt Greta van een dochter, Marianne. Via Oorlogsnazorg (van het Rode Kruis) kreeg ik de volgende informatie over Marianne. Het betreft een brief van het IB/NRK (Informatie Bureau / Nederlands Rode Kruis) aan de Raad van Arbeid, gedateerd op 4 maart 1948. Daarin staat het volgende te lezen: “Marianne Tak is geboren op 18 juli 1943, laatste adres: Joods Ziekenhuis. En voorts: ‘Inlichtingen te verkrijgen bij de Comm. voor O.P.K.’ (Commissie voor Oorlogspleegkinderen).”
Via de dochter van Beppie ben ik in contact gekomen met de dochter van Greta.
Zij, Marianne, vertelde mij dat hoewel haar moeder gearresteerd was, zij naar het ziekenhuis mocht om te bevallen. Marianne is geboren in het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis.
Jacob kreeg geen voorrechten, hij wordt praktisch direct overgebracht naar Kamp Westerbork. Op zijn kaart van de Joodse raad staat op de achterkant nog dit bericht: “9-11-’43 in KB Monowitz-Buna” en “9-11-’43 naar Auschwitz”. Buna was eigenlijk een groot chemisch bedrijf: IG Farben. Direct naast deze fabriek stond het werkkamp Monowitz (ook wel bekend als Auschwitz III). Op 9 januari 1944 wordt Jacob in Auschwitz vermoord.

Greta ontsnapt!

Daarna gebeurt er iets bijzonders, iets wat misschien wel tekenend is voor deze krachtdadige jonge vrouw. Kort na de bevalling lukt het Greta om haar dochtertje het ziekenhuis uit te smokkelen. Mogelijk heeft ze contact kunnen opnemen met die mensen die net als zij betrokken waren bij de eerder genoemde verzetsactiviteiten. Zelf wacht ze een eventuele in hechtenis name niet af. Zij wil ontsnappen. Wat er daarna gebeurt, is niet helemaal duidelijk. Wat haast wel zeker is, is dat zij haar dochtertje meeneemt naar Nieuw Vennep (hoe is niet duidelijk). Mogelijk naar dezelfde plek, waar zij eerder is opgepakt. Marianne weet haast wel zeker dat zij korte tijd met haar moeder is samen geweest op de onderduikplek.
Het betreft de boerderij van de Familie Bogaard. Deze zeer streng gereformeerde familie is van mening dat het hun taak is om de mensen in de onderduik op te vangen. Vrij Nederland heeft in maart 1985 een speciaal themanummer gewijd aan de onderduikers in de Haarlemmermeer.
In dit nummer ook een verklaring van mevrouw Dina Busnach (onderduikster). Dina Busnach herinnert zich een overval van de Sicherheitsdienst midden in de zomer van 1943 door dertien of veertien SD’ers en Dol en Donker, twee Nederlandse WA-mannen. Ze hadden net een succes achter de rug: aan de IJweg hadden ze een zwangere joodse vrouw en haar man opgehaald, die daar door oom Hannis waren ondergebracht. Dit zou kunnen slaan op Greta en Jacob. Dat zij niet op de hoogte is van de Gruppe Henneicke is mijns inziens begrijpelijk.

Na de oorlog schrijft Hannis Bogaard een verslag van zijn herinneringen aan de gebeurtenissen op schrift gesteld en aan het NIOD geschonken. Daar is het op verschillende soorten papier handgeschreven verslag uitgetypt. Ook hij spreekt over Dol en Donker. Hannis schrijft zonder hoofdletters. Hij heeft de grote razzia van 6 oktober, zie hierna, niet zelf meegemaakt. Hij was toen afwezig. Maar aan het echtpaar met de zwangere vrouw heeft hij wel degelijk herinneringen. Dit fragment is niet opgenomen in het genoemde themanummer van Vrij Nederland. Hij schrijft:

“ik had nog 2 jonge mensen uit A. gehaald. ze waren nog maar enkele maanden gehuwd en natuurlijk niet officieel toch verwachte de vrouw een babie. de mensen waar ze onder gebracht waren, waren net de behandeling zoo ongestadig dat ze op het land zijn gaan huisen. het was zomer, toch kwam de tijd dat dit voor de vrouw niet langer kon, en ik had het voor elkaar dat zij in Haarlem in het ziekenhuis zou opgenomen worden. net ’s avonds daarvoor werden beide gepakt. wij hadden in Nieuw-Vennep 2 heele verkeerde WA mannen Dol en Donker, die waren iedere dag op mensenjagt, zoo zijn ook deze 2 gepakt en naar A gebracht
het gelukte mij vrij spoedig om te weet te komen dat de man al direkt doorgezonden was naar Westerbork en de vrouw terstond in het ziekenhuis was opgenomen, waar de zelfde dag nog een babie een meisje geboren is en ofschoon die zaal onder bewaking stond gelukte het mij toch de vrouw te bezoeken en ik sprak met haar af de 9 de dag te komen en te trachten om ze met het kind weg te halen. dit is ook gelukt terwijl ik in pasant nog een kind van 16 dagen heb meegenomen, waarvan de moeder nog niet in orde was om mee te nemen. de andere dag is het heele ziekenhuis leeg gehaald dus was het wel net op tijd, van de moeder van dit kind heb ik nooit meer iets gehoord, helaas is de andere moeder 3 of 4 maanden later ook weer gepakt en niet meer terug gekomen, zoodat nu alleen het kind er nog is.”

Hoewel er meerdere overvallen op de boerderij zijn geweest, blijven de ‘Bogaardjes’ (zoals Beppie ze noemt) volharden in hun bijna roekloze dadendrang om de onderduikers te redden. Hannis schrijft in zijn verslag niet over heldendom. Er is ook geen spijt over wat hij en zijn familie hebben gedaan. Hij schrijft:

“mijn Vader en mijn broer hebben het niet overleefd, ze zijn vermoord. dit was wel een zware slag voor ons en wij hebben wel geleerd maar niet op te zien op het geen wij verloren, maar wat behouden bleef. God riep ons tot dit werk, en hij heeft ook de kracht daar toe gegeven, en als Nederlander konden wij niet anders”

Slachtoffer van een grote razzia.

Greta zal zo rond eind juli, begin augustus 1943 in Nieuw Vennep zijn aangekomen. Daar neemt ze opnieuw een ingrijpend besluit. Haar onderduikplek is niet de juiste plek voor haar dochter. Dochter Marianne wordt elders gebracht en overleeft daar de oorlog. Ivonne Bogers, de dochter van Beppie, heeft contact met Metje Bogaard. Hoewel 96 jaar oud, heeft Metje herinneringen aan de razzia van 1943. Zij weet zich Greta nog te herinneren en ook dat ‘Greta een vriend had’. Er was inderdaad een jonge vrouw met een baby, maar of het Greta was, weet ze niet meer zeker.

Gepakte Joodse onderduikers moeten op de grond liggen in afwachting van hun afvoering. Greta is de 2e vrouw links, zij heeft haar hoofd opgericht en kijkt, net als de twee vrouwen tussen wie zij ligt, naar wat er verder gaat gebeuren. Collectie NIOD.

Op 6 oktober 1943 volgt een grote inval door de Ordnungspolizei (de Groenen). De aanleiding is de dood van een politieman. Deze was met een collega het erf van de boerderij opgelopen (zie tekst bij de foto). Een niet-joodse onderduiker schiet na een korte woordenwisseling één van de agenten neer, de andere agent vlucht. Nog dezelfde dag volgt een razzia. Van deze razzia is zeer veel beeldmateriaal, de Duitsers hebben een fotograaf meegenomen. Alles is vastgelegd: de schuilplaatsen, de omgeving en ook de dode politieman. De foto’s zijn bewaard gebleven en via de website van het NIOD (Beeldbank WO2) te zien. Op één van de foto’s ligt een aantal gearresteerde joodse onderduikers op de grond. Eén van de liggende personen is Greta (de 2e van links).

 

Lees eerst deel 1, via: Greta Bosboom, voor het laatste gezien in Auschwitz. Verdwenen maar niet vergeten

Ga voor deel 3 naar: Greta Bosboom, voor het laatst gezien in Auschwitz. Verdwenen maar niet vergeten (deel 3)