Het zijn Elie Weijl en zijn moeder die langs de kerk lopen. Elie met een grote pet op zijn hoofd kijkt recht in de camera. Zijn blik is onbevangen. Hij draagt kniekousen en is naar schatting twaalf tot dertien jaar oud. Daarom is de foto gedateerd op 1929, of daaromtrent. Betje, ook wel Bella genoemd, is 49 jaar. Zij is een imposante gestalte. Een groot hoofd, forse onderkin. De hoed ver over haar ogen getrokken, een tas in haar linkerhand. Waarheen zijn ze onderweg?
Betje Weijl-de Leeuw was in september 1880 in Almelo geboren. Ze was een nicht van Arnold de Leeuw en tevens een aangetrouwde tante van diens vrouw Louisa Weijl. Betje trouwde in mei 1901 met de Oldenzaalse koopman Maurits Weijl, in de wandeling Mau genoemd. Het paar kreeg drie kinderen, jongens allemaal: Leo in 1902, Louis in 1904 en op 15 juni 1917 Elie Maurits. Elie was duidelijk een nakomertje. Mau overleed vier jaar voor deze foto nadat hij door een trein was aangereden. Het landelijke Nieuw Israelietisch Weekblad schreef enkele dagen later dat Mau ‘onder alle klassen der bevolking talrijke vrienden had’.
In wiens camera kijkt Elie? Het heeft lang geduurd voor ik me realiseer wat er toch bijzonder is aan deze foto. Maar plotseling zie ik het: dit is een actiefoto. Hier is niet geposeerd. De fotograaf heeft Betje en Elie als het ware betrapt. Maar wie stond er op een namiddag aan het eind van de jaren twintig op het plein bij de St. Plechelmusbasiliek (want daar, neem ik aan, is het) en maakte een foto van toevallige voorbijgangers, een joods jongetje met zijn moeder?