Verhaal

Over Joseph Philip Sanders

Opgepakt bij de razzia op zaterdag 22 februari 1941

Joseph Philip Sanders werd geboren in Pretoria, waar zijn vader, handelsreiziger Aäron Sanders, tijdelijk verbleef voor zijn werk. Zijn vrouw Catharina ten Bosch en mogelijk ook dochtertje Arnolda waren meegereisd naar Zuid-Afrika. De jonge ouders waren nog niet getrouwd en traden pas in het huwelijk toen ze terug waren in Amsterdam en Catharina zeven maanden in verwachting was van haar derde kind. Het jongetje dat in juli 1900 geboren werd, Isaac, leefde niet lang. In december van datzelfde jaar stierf ook moeder Catharina. Joseph was toen pas 2 jaar oud. Anderhalf jaar later hertrouwde zijn vader met de uit Tiel afkomstige Helena van Dijk en in de loop van vier jaar kreeg Joseph er nog drie halfbroertjes en een halfzusje bij. Helaas werd ook Helena niet oud. Ze stierf in 1922 op 41-jarige leeftijd. Josef was al 24, zijn halfbroertjes en halfzusje tussen de 16-19 jaar.

Joseph verbleef eind jaren twintig enige tijd in Antwerpen en in Den Haag. Daarna vertrok hij naar Montreal, om via Nice in 1930 in Amsterdam terecht te komen. Na jaren als banketbakker werkzaam geweest te zijn, kwam hij hier in de horeca terecht. Van buffetbediende werd hij ‘chef de rang’ en weer later caféhouder. In april 1933 trouwde hij met de pas gescheiden en elf jaar oudere niet-Joodse Hendrika Pol, die kort daarvoor vanuit Den Haag naar Amsterdam was gekomen. Ze vonden onderdak in een pension in de Den Texstraat 56. In oktober 1940 werd Joseph gearresteerd omdat hij de wet op de prijsbeschikking had overtreden. Vermoedelijk had hij voor verleende diensten of goederen in zijn café – veel consumptiegoederen waren op de bon – te veel geld gevraagd.

Ten tijde van de razzia op zaterdag 22 februari 1941 bevond Joseph zich in of vlakbij de Jodenbuurt. Hij werd bij de razzia opgepakt en naar kamp Schoorl overgebracht. Na een eerste ondervraging in kamp Schoorl mocht een beperkt aantal mannen naar Amsterdam terugreizen, meestal mannen die een ziekte onder de leden hadden. Als de kampautoriteiten zich hadden gehouden aan de van hogerhand gestelde leeftijdsgrens voor op te pakken mannen, 20-35 jaar, dan hadden ze ook Joseph moeten laten terugkeren. Hij behoorde, samen met onder andere Jacob Poons en Barend Groenteman, tot de oudsten van alle opgepakte mannen. Desalniettemin werd hij op 27 februari 1941 met de rest van de groep naar Buchenwald overgebracht. Een paar weken later schreef echtgenote Hendrika een brief aan de kampcommandant waarin ze vroeg om de 500 gulden die Joseph tijdens zijn arrestatie bij zich had, een bedrag – het bleek zelfs 550 gulden te zijn – dat hij bij zijn registratie na aankomst in Buchenwald inderdaad aan de kampautoriteiten had overgedragen. Joseph tekende voor akkoord met de teruggave van het bedrag. Er volgde enige correspondentie, waarbij de Duitse autoriteiten beloofden het geld terug te geven. Op 4 april meldde een Hauptsturmführer dat het bedrag onderweg was, maar op 8 mei bleek er nog steeds fl. 577,93 op de geldkaart van Joseph te staan. Of Hendrika het geld ooit heeft ontvangen, is onduidelijk.

Op 22 mei werd Joseph, samen met 340 andere
Nederlands-Joodse mannen die ondanks het wrede regime in Buchenwald nog in leven waren, naar Mauthausen gedeporteerd. In dat kamp overleed hij ʻofficieelʼ op 6 september 1941, 43 jaar oud. Het vermoeden bestaat dat hij op 13 augustus in de gaskamer van Slot Hartheim is vermoord. Had hij in de eerste week na de razzia’s vanuit Schoorl naar Amsterdam kunnen terugkeren, dan had zijn huwelijk met de niet-Joodse Hendrika mogelijk zijn leven kunnen redden.

Ook Josephs zus Arnolda, twee halfbroers en zijn halfzus werden in de oorlog vermoord. Zijn vader, Aäron, en zijn halfbroer Johan waren al in 1934 respectievelijk 1940 in Den Haag overleden.

Brief van Hendrika Pol, de echtgenote van Joseph Sanders, van 15 maart 1941 aan de kampcommandant van Buchenwald met de vraag om 500 gulden terug te geven. Dit geld had Joseph bij zich toen hij werd opgepakt. Of Hendrika het geld ooit heeft ontvangen is onduidelijk. Arolsen Archives

* Vermoedelijk omgekomen in Hartheim, 13 augustus 1941

 

Bron:https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/themasites/razzia/joseph-philip-sanders/