Verhaal

In Memoriam

Geertje Rozema is het eerste kind uit het huwelijk van Marcus Heiman Rozema en Mietje Arends de Vries. Haar vader is veehandelaar en slager, haar moeder koopvrouw. Mogelijk heeft haar moeder in de slagerij gewerkt. Het gezin waar Geertje in opgroeit telt in totaal zeven kinderen. Als in Nederland de oorlog uitbreekt, zijn nog drie van haar zussen in leven; Rachelina, Brune en Lea.

Geertje groeit op in Appingedam en vertrekt in 1888, ze is dan vierentwintig jaar, naar Amsterdam. Ze werkt er als dienstbode. Het lijkt zo te zijn dat ze een paar keer ergens anders is gaan wonen, maar daarna ook steeds weer terugkeert naar Amsterdam. In 1898 verhuist ze naar Deventer, waar ze woonruimte vindt bij weduwe Kan. Ook hier werkt ze als dienstbode. Vervolgens woont ze een halfjaar in Lochem, waarna ze weer teruggaat naar Deventer. Hierna verhuist ze naar haar geboorteplaats Appingedam.

Geertje woont een periode in het huis van haar neef Maurits in Waalwijk, Meester van Coothstraat 36. Maurits is de zoon van haar zus Brune en diens man. In juni 1935 verhuist Geertje naar Apeldoorn.

In Apeldoorn woont Geertje samen met haar zus Lea bij hun zus Rachelina en haar man Selig Goldstein, in hun huis aan de Zutphensestraat, nummer 135.

De derde zus van de vier zussen Rozema, Brune, woont in Amsterdam. In de zomer van 1942 wordt Brune, met haar man en kinderen, in Auschwitz om het leven gebracht.

Geertje wordt in oktober 1942 opgenomen als patiënte in het Apeldoornsche Bosch. Een aantekening op haar patiëntenkaart maakt duidelijk dat ze uiteindelijk ‘gezinsverpleging’ krijgt van haar zussen en zwager. Over de reden van haar opname is niets bekend.

Na de ontruiming van het Apeldoornsche Bosch blijft een groep personeelsleden, samen met hun gezinnen, nog op het terrein geïnterneerd. Onder hen de arts, het hoofd van de boekhouding en enkele verpleegkundigen. Selig, Rachelina, Geertje en Lea behoren tot deze groep. Deze personeelsleden moeten zorgdragen voor een goede en vlotte ‘administratieve afwikkeling’ van, zoals de nazi’s het noemen, ‘de overname van het Apeldoornsche Bosch’. Op 1 februari 1943 worden Selig, Rachelina, Geertje en Lea naar Kamp Westerbork gedeporteerd, de volgende dag vindt hun registratie plaats.

Op dinsdag 9 februari 1943 vertrekt vanuit het kamp transport 49 met als eindbestemming Auschwitz. 

Het transport telt vijfentwintig personenwagons met in totaal 1184 gedeporteerden, onder wie Geertje, haar twee zussen en haar zwager.

In het boek ‘In Memoriam’ staat de volgende getuigenis van J. Fresco opgetekend: Ik ben op dinsdag 9 februari 1943 met een transport, waartoe ongeveer 1000 à 1200 personen behoorden, van Westerbork oostwaarts weggevoerd. De trein bestond uit 25 personenwagens, waarvan de deuren op slot gedraaid waren, terwijl de ramen waren voorzien van houten schotten. ‘s Nachts reden wij weg uit Westerbork en ‘s avonds bevonden wij ons reeds diep in Duitsland, zodat ik van een poging tot ontvluchten heb afgezien. Wij kwamen diep in de nacht, twee dagen later, in Auschwitz aan. De trein bleef enige uren stilstaan op het perron van Auschwitz. Om plusminus 6 uur volgde het uitladen. Treinbewaking en SS openden de deuren; op een afstand stond een groep “Haeftlinge” in zebrapakken. Het commando “aussteigen” begon. We moesten de bagage in de trein laten liggen. De SS voegde ons toe, dat wij “alles frisch” zouden krijgen. De eerste ontvangst was tamelijk kalm. Gebrekkigen en ouderen van dagen werden door coupé-genoten uit de trein getild.

Geertje wordt, met 1004 anderen, op vrijdag 12 februari 1943 in Auschwitz om het leven gebracht.

Bronnen: International Tracing System te Bad-Arolsen, Stadsarchief Deventer, Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heemkundekring ‘De Erstelinghe’, gemeente Oegstgeest, Groninger Archief, Westfries Archief, Delpher (gedigitaliseerde Nederlandse historische kranten). Digitaal Joods Monument, CODA Archief Apeldoorn, Erica adresboek van Apeldoorn, Yad Vashem, het Gelders Archief, afdeling ‘Naam & Gezicht’ van het herinneringscentrum Kamp Westerbork en het boek ‘In Memoriam’ door Guus Luijters.

30 september 2022