Verhaal

De Zuigelingen-inrichting van Amsterdam

Misschien wel de onbekende voorloper van 'de crèche'?

Door: Frits Slicht

Gebaseerd op een artikel uit De Joodsche Prins van 17 oktober 1912, blz. 77, aangevuld met informatie uit andere bronnen!

Inleiding
In dit artikel uit De Joodsche Prins wordt in het kort verteld dat in het buitenland al vele jaren 'instellingen van crèches' of kinderbewaarplaatsen bestaan. In deze bewaarplaatsen worden vooral zuigelingen opgevangen van die moeders die om de een of andere reden niet zelf de zorg kunnen opnemen. Het gaat dan vooral om zuigelingen. Oudere kinderen gaan meer naar de 'bewaarscholen'.
Maar nu in 1912 is er dan ook in Nederland een start gemaakt met dergelijke opvang en wel in de Rapenburgerstraat 52 (Amsterdam).

 

Hoewel deze afbeelding het gebouw van 'de Bewaarschool voor Minvermogenden' betreft, gaat het opavllend genoeg wel om het juist huisnummer in de Rapenburgerstraat. Deze afbeelding komt uit: De Joodsche Post van 7 juli 1912 (IISG). 

(Aanvulling Frits Slicht: deze inrichting bestond al sinds 1907 of 1908. Dit blijkt uit een artikel in het NIW van 14-02-1908, een citaat:
“Onder presidium des heren Herman J. Hartz, hield deze vereniging jl. dinsdagavond haar eerste jaarlijkse vergadering in een der zalen van het American hotel.
Met voldoening werd geconstateerd, dat de vereniging in een bestaande behoefte voorziet. In het oostelijk stadsgedeelte wordt het zeer gewaardeerd, dat daar een „crèche" bestaat, waar heel wat kinderen kunnen worden opgenomen. Tal van Israëlitische kinderen krijgen hier een plaats, benevens ritueel voedsel; ook voor niet-Israel. kinderen is deze inrichting toegankelijk gesteld.”
Het gaat overigens om de Vereniging Zuigelingen - Inrichting en Kinderhuis).

Eerste jaarvergadering van de "Vereeniging Zuigelingen-Inrichting Amsterdam". Bron: het NIW van 14 februari 1908 (via Delpher).

Het is een ruimte die geheel naar de eisen van de tijd, het is 1912, is ingericht. In totaal kunnen er 25 zuigelingen, in de leeftijd van zes weken tot twee jaar, worden opgevangen. In deze inrichting krijgen de kinderen een prima verzorging en goed te eten. Eten dat waarschijnlijk beter is dan ze thuis zouden ontvangen. Indien nodig is er ook de mogelijkheid van medische verzorging.

Afbeelding uit 'De Joodsche Prins' van 17 oktober 1912 (IISG).

Afbeelding uit 'De Joodsche Prins' van 17 oktober 1912 (IISG).


Hoewel midden in de oude Joodse wijk van Amsterdam, staat de inrichting open voor alle gezindten. Er wordt niet gevraagd naar godsdienst of politieke overtuiging. Er is wel degelijk sprake van een registratie, want in het eerder genoemde artikel uit het NIW blijkt dat er van de 4153 opgevangen kinderen, 3591 van Joodse ouders zijn.
Terwijl de kinderen worden opgevangen, kunnen de moeders zelf uit werken of uit naaien gaan om zo de kost te kunnen verdienen voor haar overige gezin.

Afbeelding uit 'De Joodsche Prins' van 17 oktober 1912 (IISG).

Het begin
Het initiatief voor deze zuigelingen inrichting is afkomstig van twee dames: (Maria) Hendrina du Mosch (op 31 maart 1910 trouwt zij met Leonardus Cohen) en Suzanne Binger (die op 1 juli 1909 trouwt met Abraham Jacob Mendes da Costa, zij overlijdt op zeer jonge leeftijd op29 januari 1933).

Familiebericht m.b.t. het ovelrijden van Mevrouw Mendes da Costa-Binger. Bron: het NIW van 3 februari 1933 (via Delpher).

Overlijden van Mevrouw Medes da Costa - Binger. Bron, het NIW van 03 februari 1933 (via Delpher).


Mevrouw Cohen – du Mosch blijft na haar huwelijk betrokken bij de inrichting.
Dit blijkt bijvoorbeeld uit een korte oproep in het NIW van 20 juli 1923:

“Wie helpt ons? De Zuigelingen - Inrichting moest haar lokaal, destijds als proef in de Rapenburgerstraat gehuurd, verlaten, en is er na veel moeite in geslaagd, een tijdelijk tehuis te vinden aan de Nieuwe Keizersgracht 65, waar zij 10 kindertjes meer mag onderbrengen dan in de vorige Inrichting. Daar dit huis tijdelijk wordt betrokken, d.w.z., zoolang het nieuwe perceel Plantage Middenlaan no. 27 nog niet gereed is, tracht het bestuur alle grote uitgaven te vermijden. Na de verhuizing bleken verschillende poten gebroken of ondeugdelijk van stoeltjes,- van de badjes, van wiegjes.

Wie geeft ons een kinderstoel?
Wie geeft een kinderbadje?
Wie geeft enig speelgoed?

Stuurt u het ons (waarvoor bij voorbaat dank) of mogen wij het laten halen? Ons adres is voorlopig N. Keizersgracht 65. Voor het bestuur: Mevr. M. H. COHEN – DU MOSCH.”
NIW 20-07-1923

Prentbriefkaart van de crèche aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam, 1932 (Bron: JHM) = Creche Plantage Middenlaan.

Uitbreiding en verhuizing
Daar is vanzelfsprekend veel geld voor nodig. Kijkend naar de diverse artikelen in de pers, voornamelijk het NIW, lijkt het alsof de instelling in financiële problemen dreigt te komen. Helemaal zeker is dit niet, maar in 1923 verlaat de instelling de Rapenburgerstraat. Er staat een verhuizing op de rol en wel naar de Plantage Middenlaan 27. Helaas is dit pand nog niet gereed en moet er worden uitgeweken naar een alternatief pand. Op het laatste moment vindt men een tijdelijk tehuis aan de Nieuwe Keizersgracht 65. Na de verhuizing blijkt het nodige meubilair of stuk te zijn of ondeugdelijk. Er is daardoor een tekort aan van alles. In een kort artikel in het NIW van 20 juli 1923 staat dan ook een dringend verzoek. Gevraagd worden onder andere kinderstoeltjes, kinderbadjes en speelgoed. Geld om het zelf aan te schaffen is er misschien wel, maar aangezien er een verbouwing (van de Plantage Middenlaan 25) en nog een verhuizing aankomen, wil het bestuur alle grote uitgaven vermijden.

Prentbriefkaart van de crèche aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam, 1932 (Bron: JHM) = Creche Plantage Middenlaan


Heel lang zit men niet op nr. 25, een aantal jaren later is het definitieve adres: Plantage Middenlaan 31. In november1927 verschijnt plotseling het laatstgenoemde adres in een artikel in het NIW (van 25-11-1927). Opvallend genoeg wordt vier maanden later weer het huisadres 25 genoemd om even later weer nummer 31 te hanteren. Dit laatste zal een vergissing zijn geweest. Wat blijkt, is dat in september 1917 een 'vernummering' heeft plaatsgevonden. Nummer 25 wordt dan nummer 31.

Prentbriefkaart van de crèche aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam, 1932 (Bron: JHM) = Creche Plantage Middenlaan

Mevrouw Pimentel
Hoe dan ook, uiteindelijk zal het adres Plantage Middenlaan 31 zijn. Daar zal het in 1932 ook haar 25 jarig jubileum vieren. Het NIW van 18-03-1932 wijdt daar een lang artikel aan. In het artikel een overzicht van de achtergrond en geschiedenis tot dan toe. Inmiddels is per september 1926 een nieuwe directrice benoemd en wel Mejuffrouw Henriëtte Pimentel. Ook op haar gezinskaart staat de omnummering vermeld. Zij woonde in eerste instantie op nr. 25 huis, maar dit wordt vanwege de al eerder gememoreerde omnummering 31 huis (dit staat ook vermeld op genoemde gezinskaart).
Henriëtte is ook tijdens de Tweede Wereldoorlog de directrice. Haar verhaal is verder te lezen bij: Henriëtte Pimentel . Op 26 april 1943 wordt Henriëtte Pimentel gearresteerd en naar Westerbork overgebracht. In juli 1943 moet Henriëtte mee op transport naar Auschwitz waar ze op 17 september 1943 vermoord wordt.
Lees voor ‘het einde’ van de crèche: Hollandsche Schouwburg - De Crèche.

EXTRA
Heel toevallig vond ik via het alom geroemde internet een film uit 1938 over de Zuigelingen Inrichting. Film dateert mogelijk al uit 1926? Ik vond namelijk een berichtje in het NIW van 2 juli 1926:
Men bericht ons: Eenigen tijd geleden werd er een film-opname van het leven en bedrijf in de Zuigelingen Inrichting, PI. Middenlaan 25, gemaakt. Deze film zal gedurende een week, aanvangende Vrijdag 2 Juli, draaien in het Tip-Top-theater, Joden Breestraat. De film is alleraardigst en een bezoek overwaard.

De film is bewaarde gebleven en te zien via: Beeld en Geluid.