Verhaal

Gezin Arnold Okker

Arnold Okker, particulier verpleger, was gehuwd met zijn nichtje Annette Okker. Ze waren beiden joods, maar gaven daar verder geen inhoud aan. Ze huwden in 1918 te Zaandam en vertrokken datzelfde jaar nog naar Nederlands-Indië waar Arnold Okker als verpleger op ondernemingen voor zes jaar aan de slag zou gaan.

Hun dochter Josephine werd op 24 januari 1919 geboren te Balikpapan. Daar was dus vermoedelijk de eerste standplaats. Arnold Okker had zelf het kind “gehaald” bij afwezigheid van andere hulp. Twee jaar later was er een andere standplaats, zoals blijkt uit de geboorteplaats van zoon George die op 14 november 1921 geboren werd in Samarinda.

In 1924 kwam de familie, niet onbemiddeld, terug en werd ingeschreven in de Kerkstraat 374 te Amsterdam. Arnold Okker werd toen koopman in galanterieën. Het zakenleven werd geen succes en het in Indië verdiende en gespaarde geld was spoedig verdwenen. Arnold ging alleen terug naar Indië om te zien of hij daar wellicht op bij hem bekende plaatsen aan de slag kon, maar dat lukte niet. Hij kwam terug met nòg minder geld maar nam wèl een aapje mee. Hij vond werk in Amsterdam bij de GGD en reed met een chauffeur op een van de ziekenauto’s. Een neefje van de familie rende rond 1932/33 altijd met zijn buurtvriendjes achter iedere ziekenwagen aan om te kijken of ze de patiënt kenden. Het neefje keek dan ook altijd of zijn oom Arnold er was. Als dat het geval was steeg zijn aanzien bij zijn vriendjes.

In 1927 verhuisde het gezin naar de 2e Jan Steenstraat 49 III in Amsterdam, vlak bij de van Woustraat. In het huis herinnerde weinig aan hun Indische jaren. Alleen op de schoorsteen stonden twee hardhouten beelden en in het midden hing een koperen klok in een hardhouten frame. Verder was er een boek van Justus van Maurik over zijn bezoek aan Nederlands-Indië. Het huis was oud en had een paar 'enge details'. Als je op drie hoog voor het raam stond was de vensterbank op kniehoogte. Op de vierde verdieping waren de zolderruimten voor alle verdiepingen. Vòòr kon je een deur opendoen om bij het hijsblok te komen, maar die deur liep tot de grond. Verder kon je door een soort luik op de zolder van het aangrenzende pand komen. Aanvankelijk was er ook geen toilet dat je kon doorspoelen.

Door een bepaling van de bezetter moest Arnold Okker weg bij de GGD. Het had vermoedelijk met het verlies van zijn zoon te maken dat hij op 22 januari 1943 overleed.
Toevoeging van een bezoeker van de website


Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 2789) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.