Verhaal

Twee Inbraken

Door: Frits Slicht

Eeen inbraak in de winkel in de Eerste van Swindenstraat en een op de Keizersgracht.

Uit het meldingsrapport van politie van ongeveer 22 december 1941 blijkt dat Manus, samen met zijn broer Nathan, een winkel in de Eerste Van Swindenstraat 109-113 heeft. De broers doen op deze dag aangifte van een inbraak. Een grote partij lakens, slopen, tafellakens, kousen, sokken, sportsokken, overhemden, pyjama’s, heren- en damesondergoed, zakdoeken, moltondekens, enz. werden ontvreemd. Verder een hoeveelheid spaarzegels, wisselgeld en een grote partij textielpunten. Een globale lijst van alle vermiste goederen zal later worden overlegd. De ‘dactylopische dienst stelde bereids een onderzoek in’, zo wordt vermeld. Hoe het is afgelopen met dit onderzoek is helaas niet bekend.

Op 14 mei 1942 krijgen de broers opnieuw te maken met een inbraak. Deze keer In een andere winkel. Uit dit politiebericht en uit het adresboek blijkt dat de broers en andere familieleden meerdere winkels hadden, allen hadden te maken met de handel in manufacturen. Deze keer gaat het om het pand aan de Keizersgracht 709.
Op het politiebureau komt om ongeveer 05.30 in de ochtend een ‘tip’ binnen. Er zouden zich verdachte personen ophouden bij een perceel gelegen op de hoek van de Utrechtsestraat en de Keizersgracht. Twee agenten van politie stellen een onderzoek in. Nadat zij een ijzeren luik, welke toegang had tot de kelder, hadden opgetild zagen zij dat de kelderdeur was geforceerd. Bij de kelderdeur werd een breekijzer aangetroffen. Zij hebben de eigenaren van het pand in kennis gesteld. Deze kwamen terstond en constateerden dat er waarschijnlijk enkle paren sokken waren ontvreemd. De firmanten gaven aan te zijn: Nathan Plotske, woonachtig Sarphatipark 100 huis en Manus Plotske woonachtig Zuider Amstellaan 83 huis. Nabij het genoemde perceel stond een vrachtauto (ledig), waarvan de papieren in beslag zijn genomen en op het bureau gedeponeerd. Vermoedelijk was de vrachtauto bestemd om goederen te vervoeren uit ‘het voormelde perceel’. Bij het openen van de kelderluiken is een van de agenten door een ijzeren stang naar beneden gevallen waardoor hij zijn pols bezeerde. Bovenbedoeld breekijzer wordt ook op het bureau van politie gedeponeerd. De wagen is voorlopig onder politietoezicht gesteld, voor nader onderzoek.

Alle rechten voorbehouden