Verhaal

Laatste bewoner van Beltstraat 69a

Mauritz de Leeuw Sr. was tijdens de bezetting de laatste bewoner van de slagerij-woning Beltstraat 69a in Enschede.

Maurits de Leeuw, Enschede

Door: John Löwenhardt
Alle rechten voorbehouden

Mauritz woonde bij zijn zoon, slager Abraham de Leeuw, schoondochter Zelma en kleinzonen Maurits en Izaak.

Nadat Abraham, Maurits en Izaak, waarschijnlijk met hun moeder Zelma zijn ondergedoken, krijgt grootvader Mauritz op 8 september 1942 bezoek van een politieagent. Deze rapporteert dat Izaak de Leeuw "volgens verklaring van zyn grootvader ongeveer 14 dagen geleden met onbekende stemming is vertrokken". Uit een lijst van politie Enschede van 9 oktober 1942 blijkt dat ook Abraham en Mauritz' kleinzoon Maurits "Spurlos" respectievelijk "Mit unbekannter Bestimmungsort abgereist" zijn.

Blijkens een lijst van "door Joden gehuurde en bewoonde woningen" van 26 oktober 1942 woonde er in het pand Beltstraat 69a op dat moment nog "1 Jude". Mauritz Sr. was aanvankelijk 'zurückgestellt' en niet vervoerbaar bevonden vanwege ziekte. Maar kennelijk is hij vrij snel daarna vertrokken. Op 8 januari 1943 stuurde de politie van Enschede een rekening aan Bankierskantoor Lippman Rosenthal & Co. in Amsterdam voor het door de firma Goossens "ontsluiten van woningen door Joden verlaten" ten behoeve van inventarisatie en het afsluiten van gas en elektra. Uit deze rekening blijkt dat de woning van A. de Leeuw, Beltstraat 69a, op 29 november 1942 verlaten was. Het bedrag dat Goossens in rekening bracht voor het ontsluiten van Beltstraat 69a, was fl. 0,75.

Lippman Rosenthal schreef op 20 januari 1943 aan de firma Goossens dat het bedrag van 75 cent zou worden overgemaakt ten laste van de rekening van A. de Leeuw bij de LiRo bank.

Waar Mauritz Sr. op 24 februari 1943 was, op zijn 83e verjaardag, is onduidelijk. Hij voldeed in april aan een oproep zich te melden voor transport naar Vught. Op 22 april 1943 liet het gemeentebestuur van Enschede aan de Leiter der Aussenstelle der Sicherheitspolizei in Arnhem weten dat Mauritz naar Vught was vertrokken. Van daar kwam hij op 9 mei aan in Westerbork en werd geplaatst in Quarantainebarak 82. Twee dagen later was Mauritz de Leeuw één van de 1446 personen die op transport werden gesteld naar Sobibor. Daar kwam hij na aankomst op 14 mei 1943 door gewelddadige gasverstikking om het leven.

[bronnen: Stadsarchief Enschede, Politiearchief, inv. nr. 40 en Nederlands Rode Kruis, archief Oorlogsnazorg, dossier 110498]

Van Mauritz de Leeuw, 1860-1943, is geen foto bekend. Van zijn kleinzoon Maurits wel:

Alle rechten voorbehouden