Verhaal

De helpers van het Achterhuis

Miep Gies, Johannes Kleiman, Otto Frank, Victor Kugler en Bep Voskuijl. 

Bron: annefrank.org/nl

In maart 1941 bepaalt de Duitse bezetter dat joden geen eigen bedrijf meer mogen hebben. Otto Frank maakt  dankbaar gebruik van Jans hulp. Jan richt samen met Victor Kugler en Johannes Kleiman de firma Gies & Co. op als opvolger van Otto’s bedrijf Pectacon en Jan krijgt de rol van commissaris. Zo blijft Otto’s bedrijf uit handen van de bezetter, want met een Joodse eigenaar was het onder Duits toezicht gesteld. Op een dag roept Otto Miep bij zich en brengt haar op de hoogte van de onderduikplannen. Hij vraagt Miep of ze hem en zijn gezin wil helpen, mocht het gezin moeten onderduiken in het Achterhuis. Miep aarzelt geen moment. 

Maar ook drie andere personeelsleden van Otto Frank riskeren hun leven om de onderduikers van voedsel, kleding en morele steun te voorzien: Johannes Kleiman, Victor Kugler en Bep Voskuijl. Ook de man van Miep Gies, Jan Gies, en de vader van Bep Voskuil, Johannes Voskuijl, helpen de onderduikers het leven in het Achterhuis zo draaglijk mogelijk te maken. Op het helpen van Joden staan zware straffen en zelfs de doodstraf wordt niet geschuwd door de Duitsers.

De helpers verdelen de taken: Miep zorgt voor groente en vlees en neemt ook bibliotheekboeken mee voor de onderduikers. Haar man Jan zit bij het verzet. Via zijn werk als maatschappelijk werker kan hij makkelijk bij mensen langsgaan en zo bijvoorbeeld illegale papieren rondbrengen. Ook kan hij door zijn contacten aan distributiebonnen komen om zo ervoor te zorgen dat de onderduikers genoeg kunnen eten.

Johannes Kleiman is het aanspreekpunt voor de onderduikers als er calamiteiten zijn. Hij zorgt bijvoorbeeld voor bestrijdingsmiddelen bij een vlooienplaag in het Achterhuis. Ook zorgt hij ervoor dat de familie in Zwitserland via gecodeerde boodschappen weet dat de familie Frank in veiligheid is. Victor Kugler neemt vaak kranten en tijdschriften mee voor de onderduikers. Samen met Johannes Kleiman houden zij het bedrijf draaiende.

Bep is de jongste van de helpers en regelt vooral praktische zaken: ze zorgt voor de melk en het brood, maar bestelt ook cursussen en schrijft zich onder haar eigen naam in voor een schriftelijke cursus Latijn. In werkelijkheid zijn die cursussen voor de onderduikers bedoeld. Haar vader Johan zorgt er ‘s ochtends ook voor dat het afval van het Achterhuis ongezien verdwijnt. Maar hij doet meer. In augustus 1942 maakt hij de bekende draai boekenkast die de toegang tot het Achterhuis verbergt. Hij is ook magazijnmeester en houdt de magazijnmedewerkers goed in de gaten of zij iets doorhebben. Dat gaat goed tot Johan in 1943 ziek wordt en er een vervanger komt: Willem van Maaren.

Op 4 augustus 1944 komt een telefonische tip binnen op het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst (SD) in Amsterdam. Er zijn onderduikers op de Prinsengracht 263. De Duitsers onder leiding van Hauptscharführer Karl Silberbauer stormen het Achterhuis binnen en arresteren de acht onderduikers en helpers Johannes Kleiman en Victor Kugler. 

Johannes Kleiman komt in september 1944 vrij door tussenkomst van het Rode Kruis. Hij zit dan in Kamp Amersfoort, maar mag het kamp verlaten omdat zijn gezondheid erg slecht is.

Victor Kugler zit ook in Kamp Amersfoort. Eind maart marcheerden hij en honderden gevangenen via Arnhem naar Zevenaar om daar de grens over te steken. In Zevenaar werd de groep door engelse vliegtuigen aangevallen en beschoten. Hierbij weet hij te ontsnappen, en dook onder bij een boer. Na ondergedoken te hebben gezeten in Lathum en ontsnapt te zijn aan een razzia in Barneveld, kwam Victor Kugler op Goede Vrijdag in Hilversum, waar hij tot de bevrijding bleef.

De vrouwelijke helpers van de onderduikers, Bep Voskuijl en Miep Gies, worden niet opgepakt. Het lukt Johannes Kleiman nog om Bep weg te sturen. Ze moet zijn portefeuille bij een bevriende drogist afgeven. Hij kan dan Kleimans vrouw laten weten dat het mis is op de Prinsengracht. Bep keert na de arrestatie terug.  Als de Duitsers de onderduikers en de twee mannelijke helpers hebben meegenomen, lopen Bep en Miep naar de kamer van Otto. Daar vinden ze op de grond het dagboek van Anne. Miep bewaart het in de la van haar bureau tot ze het na de oorlog aan Anne kan geven. Een week later wordt het Achterhuis door de Duitsers leeggehaald.

Van de acht onderduikers overleeft alleen Otto Frank de concentratiekampen. Als Otto hoort dat zijn dochters Anne en Margot niet meer leven, geeft Miep het dagboek van Anne aan Otto. In juni 1947 laat hij het dagboek van Anne uitgeven. Het was Anne wens om na de oorlog schrijfster te worden en Otto laat dat uitkomen. Het is sindsdien een van de meest gelezen boeken ter wereld. Het is in meer dan 70 talen vertaald en er zijn meer dan 16 miljoen exemplaren van verkocht.

Johannes Kleiman sterft op 28 januari 1959, achter zijn bureau. Hij maakt de opening van het Achterhuis als museum niet meer mee. Hij is 62 jaar geworden.

Victor Kugler hertrouwt na het overlijden van zijn eerste vrouw in 1953 met Loes van Langen en emigreert drie jaar later naar Toronto. Na zijn pensioen houdt hij lezingen over Anne Frank en het Anne Frank Huis. Victor sterft op 14 december 1981 op 81-jarige leeftijd aan de gevolgen van alzheimer.

Johan Voskuijl, de vader van Bep krijgt in 1943 te horen dat hij maagkanker heeft, waardoor hij zijn taken moet neerleggen. Johan overlijdt enkele maanden na de bevrijding, op 27 november 1945 op 53-jarige leeftijd. Otto bezoekt hem nog voor zijn overlijden. Dat had hij belooft als de oorlog eenmaal voorbij zou zijn.

Bep Voskuijl trouwt in mei 1946 met Cor van Wijk. Ze krijgen drie zonen en een dochter. Hun dochter vernoemen ze naar Anne Frank. Ze krijgt in 1960 een zenuwinzinking als gevolg van dat ze moeilijk kan omgaan met alle aandacht voor haar rol als helper. Ze overleed op 6 mei 1983 op 63-jarige leeftijd aan de gevolgen van een gescheurde aorta.

Miep Gies leven staat na de oorlog voor een groot deel in het teken van Anne. Talloze keren vertelt ze aan leerlingen haar verhalen over het Achterhuis en haar herinneringen aan Anne. Eind jaren tachtig legt ze die herinneringen – met behulp van schrijfster Alison Leslie Gold – vast op papier. Haar man Jan overleed op 26 januari 1993. Miep overleed op 11 januari 2010 in Amsterdam op 100-jarige leeftijd. Ze kregen samen een zoon: Paul.

In 1973 kregen de helpers van het Achterhuis op verzoek van Otto Frank de hoge Israëlische onderscheiding ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’

Bron: www.annefrank/.org/nl