Verhaal

Achtergrond

Door: Simcha

Hedwig Schorstein kwam na de Anschluss samen met haar moeder vanuit Oostenrijk naar Nederland. Haar vader verloor in april 1938 het leven door zelfdoding. Hedwig Schorstein dook in december 1942 onder bij Dirk en Marrigje Alberts in het Utrechtse Langbroek. Dirk en Marrigje hadden vijf kinderen. De oudste dochter was verloofd met Henk Bankhuizen, die vroeg of het gezin onderdak kon bieden aan Hedwig omdat haar toenmalige duikadres niet langer veilig was. In Zeist zat zij ondergedoken aan de Rosariumlaan 10 en aan de Traaij (huisnummer niet bekend)

Hedwig woonde bij de familie onder de schuilnaam Lenie Jansen. In het huis was een schuilplaats onder de vloer waar Hedwig zich in het geval van gevaar kon verbergen. In deze periode bezocht Hedwig meermaals haar moeder die in Scherpenzeel een schuilplaats had en later in Duitse handen viel. Zij overleefde de oorlog niet.

Tegen het einde van 1944 werd het te gevaarlijk in Langbroek en werd Hedwig tijdelijk naar Amerongen overgebracht. Na een paar weken keerde ze terug en bleef tot aan de bevrijding bij het gezin Alberts. Na de oorlog emigreerde Hedwig naar Israël. Dirk en Marrigje Alberts ontvingen in 2011 van Yad Vashem de eretitel Rechtvaardige onder de Volkeren.

In Yad Vashem bevindt zich een klein archief met onder correspondentie tussen Wilma Schorstein-Lichtenstern en haar dochter Hedwig.