Verhaal

Salomon Acathan patient Apeldoornsche Bosch

Salomon Acathan geboren 6-8-1909 in Amsterdam, zoon van Samuel Acathan en Sara Haringman (1875). Hij woonde bij zijn ouders in de Nieuwe Kerkstraat 19 I met zijn zus Rebecca (1912-1993) die in 1939 trouwde met Gerardus Johannes Heitlager. Zij werd in juli 1943 vrijgelaten uit Westerbork omdat zij RK-grootouder(s) kon aantonen. Zus Roosje was als baby overleden in 1910.

Salomon werd in 1928 voor de militie afgekeurd omdat hij achterlijk zou zijn. Hij werd opgenomen in het Apeldoornsche Bosch 13-9-1933 voor rekening van de gemeente Amsterdam met een machtiging van Arrondissementsrechtbank in Zutphen. Bij de laatste machtiging tot verlenging voor een jaar op 28-5-1943 meldde Nico Speijer, arts in het Apeldoornsche Bosch, dat hij nog steeds verpleging nodig had.

Het lijkt erop dat Salomon tijdens de ontruiming van de inrichting op 22-1-1943 is ontvlucht. Hij is niet eerder ontslagen, want zijn kaart zat nog in het duplicaat archief van het Apeldoornsche Bosch. Hij is weer teruggekeerd naar Amsterdam, naar de Nieuwe Kerkstraat 37 I bij Jacob van Moppes (1876), gehuwd met Mietje Haringman (1885) - een jongere zus van zijn moeder- , die zich waarschijnlijk over hem hebben ontfermd, want zijn vader en moeder waren al op 10-9-1942 in Auschwitz vermoord. Hij is formeel op 3 maart 1943 ingeschreven op dit adres gezien zijn archiefkaart.  Salomon is samen met Jacob en Mietje naar Westerbork gebracht op 19-3-1943 en zijn zij samen op transport gegaan 23-3-1943.