Verhaal

Abraham de la Fuente was de jongste zoon van het echtpaar Benjamin de la Fuente en Anna Morpurgo. Moeder Anna overlijdt in 1927 en op  8 oktober 1929 wordt de 8-jarige Abraham naar het Apeldoornsche Bosch gebracht. Hij komt terecht in het Paedagogium Achisomog, het kinderhuis van het Apeldoornsche Bosch.

Paedagogium Achisomog was een zogenaamde ‘aangewezen inrichting’ dat wil zeggen dat kinderen daar zonder rechterlijke machtiging konden verblijven. Zij konden daar tot hun 18e jaar blijven en kregen onderwijs. Er was een speciale school voor bijzonder lager onderwijs. Getracht werd hen een betrekking te bezorgen als dienstbode in een gezin. Met de ontslagen pupillen werd een band onderhouden en zij werden zo nodig weer opgenomen.

Als dat niet lukt kwamen zij terecht in Psychiatrische afdeling AB. In 1941 en 1942 wordt voor Abraham een machtiging bij de Rechtbank aangevraagd voor verpleging in het Apeldoornsche Bosch zelf. Deze verstandelijk gehandicapte jongen werd met zijn medepatienten op 22 januari 1943 bij de ontruiming van het Apeldoornsche Bosch in de trein naar Auschwitz gebracht en vermoord.