Verhaal

Biografie Arie Schouten

Arie Schouten groeide op in het kleine gezin van huidenzouter Levie Schouten en Esther Mendels. Hij had een oudere zus, Saartje. Het gezin woonde in hartje Jodenbuurt: Nieuwe Uilenburgerstraat 26-II.

Nadat Arie zeven jaar lager onderwijs op een van de buurtscholen had genoten, behaalde hij zijn diploma Dagambachtsschool en ging op zijn veertiende aan de slag als timmerman. Bij de keuring voor militaire dienst in april 1935 gaf hij op belangstelling te hebben voor de ziekenboeg, waar hij in november 1936 een plaats kreeg toegewezen. Het lijkt erop dat hij daarna vrijwillig bijtekende. Met ingang van juni 1938 werd hij overgeplaatst naar het Bataljon Geneeskundige Troepen. 

In december 1940, Arie was inmiddels 24 jaar, liet hij zich in Amsterdam inschrijven bij zijn oom Marcus van Praag en tante Schoontje Mendels, zus van zijn moeder, aan de Cilliersstraat 6 in Amsterdam-Oost. Zijn zus Saartje trouwde in 1932 met Machiel Gobets en ging wonen op de  Zwanenburgerwal 10

Het is niet onwaarschijnlijk dat Arie tijdens de fatale razzia op zondag 23 februari 1941 bij familieleden op bezoek was. Zijn ouders woonden nog steeds in de Nieuwe Uilenburgerstraat, waar bij de razzia’s in totaal 23 Joodse jonge mannen werden opgepakt, en zijn zus Saartje woonde met haar gezin op de Zwanenburgerwal 10, vlak over de brug bij het afgezette Waterlooplein. Arie werd meegenomen en samen met honderden andere mannen via kamp Schoorl op 27 februari per trein naar Buchenwald overgebracht. In dat kamp kwam hij op
30 mei 1941 in het kampziekenhuis om het leven. Als ‘officiële’ doodsoorzaak werd ‘dysenterie’ opgegeven. Acht dagen daarvoor, op 22 mei, waren de meeste andere Joodse jonge mannen die in Amsterdam waren opgepakt naar Mauthausen gedeporteerd. Arie lag toen in het kampziekenhuis en bleef daarom in Buchenwald.

De ouders van Arie, Levie Schouten en Esther Schouten Mendels werden in Auschwitz vermoord. Ook zus Saartje, haar man Machiel Gobets en hun twee dochtertjes Sophia en Esther overleefden de oorlog niet.

Gebaseerd op onderzoek en verhaal van Wally de Lang