Verhaal

Hartog Tas Opgepakt bij razzia op zaterdag 22-02-1941

Hartog Tas

Amsterdam 19.01.1907 - Buchenwald 24.04.1941

Valkenburgerstraat 206-III

letterzetter

Hartog Tas groeide op als middelste zoon in het gezin van diamant-bewerker Nathan Tas en Reina Dreese. Hij is geboren en getogen in de Marcusstraat in Amsterdam-Oost, een zijstraat van de Weesperzijde. Hartog had twee zussen, Mietje en Marianna.

Na zes jaar lager onderwijs ging Hartog naar de Grafische School, waar hij zijn diploma haalde. Daarna werd hij letterzetter. Waar en bij wie hij werkte, is niet bekend. Op zijn negentiende werd hij afgekeurd voor militaire dienst, omdat hij slechts 1,52 meter lang was. Hartog was de eerste van het gezin die in het huwelijk trad, in februari 1930 met Leentje Schelvis, dochter van sjouwerman Hartog Schelvis en geboren en getogen in de Jodenbuurt. Het pasgetrouwde stel trok aanvankelijk in bij Abraham Schelvis, een broer van Leentje, maar vond na twee maanden een eigen huurwoning om de hoek, in de Oostenburgermiddenstraat. Hartog en Leentje kregen in deze periode twee kinderen: dochter Reina en zoon Nathan. Het gezin zou nog een aantal keren verhuizen, telkens naar huizen in de oude Jodenbuurt.

In februari 1941 woonde Hartog met zijn vrouw en kinderen in de Valkenburgerstraat 206-III. Tijdens de razzia van zaterdag
22 februari ging de grüne Polizei in die straat van deur tot deur om Joodse jonge mannen op te pakken. In totaal werden hier veertien mannen opgepakt en Hartog was een van hen. Via kamp Schoorl werden zij op 27 februari met honderden anderen naar Buchenwald overgebracht. Het wrede regime in Buchenwald werd Hartog binnen acht weken fataal. Hij stierf op 24 april 1941, 34 jaar oud. Als ‘officiële’ doodsoorzaak werd ʻVersagen des Herzens bei Magen- und Darmkatarrhʼ opgegeven.

Hartogs nalatenschap werd op 9 mei naar zijn huis gezonden. De familie werd op de hoogte gesteld van het feit dat de urn met zijn as op 21 juli 1941 op de Joodse begraafplaats van Diemen bijgezet zou worden. Het was hen echter niet toegestaan daarbij aanwezig te zijn. In mei 1948 kreeg de urn een plaats en een gedenksteentje in het oorlogsmonument op de Joodse begraafplaats in Muiderberg.

Hartogs vrouw Leentje was hoogzwanger toen haar man werd opgepakt. Het is niet bekend of Hartog ooit vernomen heeft dat zij op 4 april 1941 een gezonde dochter kreeg, Rachel. In april 1943 werden Leentje en haar drie kinderen in Sobibor vermoord. Ook Hartogs ouders Nathan en Reina en zijn zussen Mietje en Marianne en hun gezin werden in vernietigingskampen van de naziʼs direct om het leven gebracht. Van het gezin Tas was niemand meer over.

Bericht aan de commandant van Buchenwald dat Hartog Tas op 24 april 1941, bijna twee maanden na aankomst in het kamp, om 1.10 uur is overleden aan ’hartfalen vanwege maagdarmcatarrh’ (diarree), een gefingeerde doodsoorzaak. Arolsen Archives
Historisch onderzoek gedaan en verhaal geschreven door Wally de Lang