Verhaal

Omgekomen in FAL Kratzau I

Door: Leonard

In 1947 legden de zusters Betje Rachel Boektje en Sera Sophia Boektje voor ir. R.C. Broek van het RIOD in Den Haag een lange verklaring af, waaruit bleek dat Sera Boektje, getransporteerd op 3 september 1944 uit Westerbork naar Auschwitz, vandaaruit met het transport van 27 oktober 1944 naar FAL Kratzau I in Weisskirchen an der Neisse is gebracht; ze is daar gebleven tot de bevrijding op 9 mei 1945. In een andere, korte verklaring ('Missie vermisten', ook aanwezig op het NIOD) zegt zij het volgende: 'Omstreeks febr. '45 werd mevrouw Jacobs uit Zwolle, plm. 42 jaar oud, in Grazau doodgeslagen.'

Ruud Hamringa, die een lang document over Kratzau heeft opgesteld, schreef daarin het volgende (met wijziging van de naam van de kampcommandante in een mail van 27 juni 2019): 'De nieuwe Kommandoführerin Lydia Dienelová was een 23-jarige vrouw in uniform en met een burgerlijk kapsel en zag er goed uit. Zij had altijd een zwweep bij zich, welke zij veelvuldig gebruikte. [...] Zij was berucht om haar buitengewone bruutheid en sloeg de gevangene vaak als een bezetene, soms tot de dood er op volgde.' 

Ook mej. Alie de Vries legde na de oorlog een verklaring af (eveneens berustende onder het NIOD), waarin ze zegt ooggetuige te zijn geweest van het overlijden van 'mevr. Jacobs uit Twenthe'. Het zinsverband suggereert inderdaad dat de kampcommandante verantwoordelijk is geweest voor haar dood.

'Aan het hoofd stond een SS-commandant[e] van 21 jaar. In Weiszkirchen ben ik zelf aanwezig geweest bij het overlijden van mevr. Jacobs uit Twenthe (ik geloof Hengelo of Almelo), haar twee dochters bleven. Eén is met het odessa-tarnsport teruggekeerd.

De teruggekeeerde dochter zal Clara Jacobs zijn geweest, die voorkomt op een lijst, eveneens aanwezig op het NIOD: 'Onderstaande personen zijn te Kratzau bij Grosz-Rosen op 9 mei 1945 door de Russen bevrijd.'