Rebecca Clara van West was een dochter van Salomon van West en Sophia Hen. Zij was geboren op 18 December 1879 in Amsterdam en was werkzaam als winkeljuffrouw.
Haar ouders trokken al in Juni 1892 naar Antwerpen; zij woonden op de Plantin en Moretuslei 6 en vader Salomon werkte als diamantslijper. Later verhuisden zij nog naar de Montensstraat 72 in Borgerhout en vanaf Augustus 1905 woonden zij in de Stierstraat 28 in de Antwerpse wijk Zurenborg. Niet alleen Rebecca Clara ging met haar ouders mee, maar ook haar broers en zussen Esther, Samuel, Mauritz, Judith, Roza en Hartog.
Op 17 Februari 1906 werd de nog ongehuwde Rebecca Clara in Brussel naar de toen geldende normen en wetten veroordeeld wegens een strafbaar feit: zij werd “veroordeeld voor poging tot vruchtafdrijving den dood voor gevolg hebbende – 2 jaar”. Zes jaar later, op 27 November 1912, trouwde Rebecca Clara van West in Amsterdam met Isaäk Noach, die in Deventer geboren was op 25 Februrari 1883 als zoon van Isaak Noach en Marlina Windmuller. Het echtpaar kreeg geen kinderen; het huwelijk hield geen stand en werd op 21 Februari 1919 door echtscheiding ontbonden.
Isaäk Noach hertrouwde op 3 Maart 1920 in Lüdenscheid (D) met de daar op 27 Augustus 1889 geboren Carolina Slager en kreeg met haar twee kinderen, t.w. Harry in 1920 en Elisabeth Helene in 1922. Zij woonden in de Van Woustraat 172 hs waar Isaäk een slagerij had en fijne vleeswaren verkocht.
Rebecca Clara van West hertrouwde eveneens: Tien maanden nadat de echtscheiding was uitgesproken, trouwde zij op 40-jarige leeftijd in Amsterdam op 24 December 1919 met de 39-jarige diamantbewerker en handelsreiziger David Sluizer, geboren op 2 December 1880 in Amsterdam als zoon van Abraham Salomon Sluizer en Klara Polak.
Kort daarop vertrokken zij naar Antwerpen waar zij op 30 December 1919 aankwamen in de Lange Fabrieksstraat 30 en waar zij al op 3 Januari 1920 een woning betrokken in de Lange Leemstraat 299. Op 8 November 1922 kwamen zijn vanuit Mortsel aan in Berchem waar zij woonden in de Velodroomstraat 21 en vanaf 2 Mei 1924 in de Van der Meijdenstraat 3 in Borgerhout. Op 4 Juni 1932 verhuisden zij nogmaals naar Berchem, Gitschotellei 156. Ook uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.
In de nacht van 28 op 29 Augustus 1942 werd in Antwerpen een grote razzia georganiseerd door de Duitsers, met medewerking van de Belgische politie. T.a.v. de oproepen voor tewerkstelling in Duitsland hadden slechts 99 personen gereageerd, reden om in die nacht tijdens de razzia zoveel mogelijk Joodse personen op te pakken en over te brengen naar het verzamelkamp in Mechelen.
De razzia was zeer succesvol; men had zo’n 900 personen kunnen oppakken en aan het einde van de 29e Augustus had men het gewenste aantal van 1000 te deporteren Joden al bereikt. Het 7e transport vertrok van Mechelen naar Auschwitz op 1 September en op 3 September 1942 arriveerde het konvooi in Auschwitz. Zo’n 730 personen, waaronder ook David Sluizer en zijn vrouw Rebecca Clara van West, werden na aankomst op 4 September in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau op 4 September 1942 vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, Overgenomen Delen o.a. periode 1913 en 1930/Salomon van West; Archiefkaart Amsterdam voor Isaäk Noach, Amsterdamse huwelijksakte Sluizer x Van West 1919-reg.2M-fol.32 ; Antwerps Vreemdelingen Dossier nr. 75238 image 499-502; Felix archief, vreemdelingendossiers 968#9947, 1120#1014, 10868, 968#19189 en 160180 t.n.v David Sluizer; Het Memoriaal van de Deportatie der Belgische Joden, blz. 23 en 24 en de overlijdensaktes voor David Sluizer en Rebecca Sluizer-van West opgemaakt op 14 April 1953 door de gemeente Berchem.