Verhaal

Anna Blaaser-Waas was mijn overgrootmoeder

- Zij is op 20 januari 1944 gruwelijk vermoord in vernietigingskamp Auschwitz -

Door: Hans

Mijn overgrootmoeder, Anna Blaaser-Waas, is op 84-jarige leeftijd in Auschwitz vermoord. Dat moet gezien haar hoge leeftijd, tijdens die koude wintermaand van 1944 gezien direct na aankomst gebeurd zijn. Zij was op dat moment de weduwe van mijn overgrootvader, Jacob Blaaser. Hij was beroepsmusicus en stierf in 1936 op 77-jarige leeftijd een 'natuurlijke' dood, waarschijnlijk tengevolge van kanker. Jarenlang excelleerde hij als de, zeer populaire, dirigent van het Rotterdamse Casino Variété Orkest. Anna en Jacob hadden drie kinderen, Kaatje (geboren vóór het huwelijk), Aron en Duifje. Overigens is ook Jacob's broer Meijer, als enige van 12 broers en zussen, in 1942 in Auschwitz aan zijn einde gekomen. Hij was toen 74 jaar. De meeste kinderen uit het gezin waren namelijk al voor 1940-'45 overleden.

Kaatje en haar moeder Anna zijn in 1944 samen naar kamp Westerbork vervoerd, in afwachting van hun transport naar een van de vernietigingskampen van de nazi's. Kaatje wist daarvandaan tijdig (met hulp van derden en met een vals identiteitsbewijs?) te ontkomen en overleefde de oorlog. Om kort er na, wellicht vanweg een immens verdriet en een onmetelijk schuldgevoel, te overlijden. Zoon Aron, net als zijn vader beroepsmusicus, vluchtte naar Engeland. Het is onbekend wat er van hem geworden is.

Hun dochter, Duifje was mijn oma. Ik heb haar nooit gekend, want zij blies in 1938, dus kort voor de Tweede Wereldoorlog, op 53-jarige leeftijd, haar laatste adem uit. Zij trouwde met Gijsbertus Smit, een niet-gelovige man uit het noorden des Lands en het echtpaar ging in Rotterdam wonen. Hij werkte, voor zover ik weet, als gerant in het hotelwezen. Duifje en Gijsbertus kregen twee kinderen, zoon Derk (roepnaam: Dick/ 1912-?) en een dochter, mijn (hoogstwaarschijnlijk naar haar oma vernoemde) moeder, Anna (1914-1998). Duifje en Gijsbertus scheidden in 1930, mijn moeder was toen 16 jaar. Anna speelde zeer goed piano, waarschijnlijk geleerd van Jacob, want zij was kind aan huis bij haar opa en oma. Oom Dick was eveneens muzikaal, met als favoriete instrumenten de accordeon, de piano en het Hammond orgel. Dat laatste instrument bespeelde hij in enkele Rotterdamse bioscopen, waar hij in de pauze met orgel en al voor het filmdoek uit de grond omhoog kwam. Overigens was dat voor hem als amateurmuzikant een bijverdienste, want hij was in het dagelijks leven werkzaam bij een bierbrouwerij.

Eind 1942 trad mijn moeder in het huwelijk met mijn rooms-katholieke vader Josephus (Sjef) Lemm (1911-1994), waarvoor zij tevens het katholieke geloof aannam. Zij was destijds voor de Duitsers half-Joods (nb: net als ik, 100% volgens de Joodse religie) en ik heb me steeds afgevraagd of het van haar een bewuste keuze is geweest om juist een christelijke man te huwen. Om daarmee als het ware uit beeld te blijven van de Moffen. Tilly, haar beste, ook Joodse vriendin, trouwde namelijk in diezelfde periode met de jongste broer van Sjef.

Ik ben me, tot een aantal jaren geleden, nooit erg bewust geweest van mijn Joodse achtergrond. Mijn moeder heeft me ook nimmer verteld wat er met haar oma of andere leden van de Blaaser-familie voorgevallen is. Dat intrigeert me zeer, hoewel in veel Joodse families hetzelfde gebeurd is. Men sprak vaak simpelweg niet over de gruwelijke lotgevallen van dierbaren tijdens de Tweede Wereldoorlog......

 Hans Lemm (1947)

 

Gedenksteen Holocaust Namen Monument Amsterdam

.