Verhaal

David de Boer, opgepakt bij de razzia februari 1941

Beroep Boekbinder - Auteur Wally M. de Lang

David kwam ter wereld als achtste kind in het grote gezin van Isaäc de Boer en Clara Vuijsje. Na hem werden nog vijf kinderen geboren, van wie er drie op jonge leeftijd overleden: Hartog
(0 jaar), Rosina (2 jaar) en Jacob (2 jaar).

De familie De Boer was straatarm. Vader Isaäc, een kleine man van slechts 1,53 meter, was mandenmaker, maar zat veelal zonder werk. Hij pakte allerlei losse klusjes aan, maar de Steun was door de jaren heen zijn belangrijkste geldschieter. Het grote gezin werd vanwege huurachterstanden uit de ene na de andere woning gezet. De gezinskaart geeft aan dat de De Boers op ten minste 32 adressen gewoond hebben, allemaal in de oude Jodenbuurt. Dat niet nog meer adressen bekend zijn, komt doordat de kaart vol was.

Het gezin werd als asociaal beschouwd en kreeg in het kader van een socialistisch stadsexperiment in oktober 1927 een woninkje toegewezen in het pas opgerichte woningcomplex Asterdorp in Amsterdam-Noord ‒ in de volksmond ook wel ʻSchoremstadʼ genoemd. De 134 woningen op een ommuurd industrieterrein aan de Asterweg waren alleen via een brug te bereiken en de straten hadden geen namen maar nummers. Toen het gezin naar het oordeel van de opzichtster voldoende ‘heropgevoed’ was, kon het terugkeren naar de stad. Vader, moeder en de kinderen betrokken een woninkje in de Zwanenburgerstraat.

De armoede en de voortdurende verhuizingen zullen er mede de oorzaak van zijn geweest dat David nauwelijks onderwijs kreeg ‒ slechts vier jaar lagere school. Daarna werd hij expeditieknecht bij een boekhandel. Via dat bedrijf bekwaamde hij zich later in boekbinden. Hij bleef ongehuwd.

Ten tijde van het razziaweekend in februari 1941 woonde het gezin in de Jodenbreestraat. Daar werden in totaal zestien mannen opgepakt, de 31-jarige David was een van hen. Hij werd op zondag 23 februari meegenomen. Via kamp Schoorl kwam hij in Buchenwald en later in Mauthausen terecht. In dat laatste kamp stierf hij op 3 juli 1941. Hij werd ʻauf der Flucht erschossenʼ.

Vijf broers en een zus van David werden in vernietigingskampen van de naziʼs vermoord. Vader Isaäc overleed op 30 juni 1943 in kamp Westerbork. Zijn echtgenote Clara werd omgebracht in Sobibor.

Het gezin waarin David de Boer opgroeide was straatarm. Ze werden als asociaal beschouwd en kregen in oktober 1927 een woning toegewezen in het pas geopende Asterdorp in Amsterdam-Noord. In Asterdorp golden strikte regels, er werd streng toegezien op de naleving.
Asterdorp, foto’s Dienst Volkshuisvesting, ca. 1930.
Stadsarchief Amsterdam