Verhaal

Beknopte biografie Abraham Messias

Abraham Messias wordt op 12 januari 1878 in Londen geboren als zoon van Jechiel Messias en Sara Henriquez Coelho. Hij heeft drie broers: Simson (zie Mietje van der Stam), David, Michael en drie zussen: Lea, Rebecca en Rachel (zie Rachel Messias, 08-02-1882). David, Michael en Rebecca overlijden al op jonge leeftijd.

In Amsterdam heeft hij als beroepen: loopknecht broodbakkerij, bakker, bode, expediteur en incasseerder voor een vakvereniging. Hij huwt in 1910 roosjessnijdster Johanna Estella de Wilde (Veendam, 4 februari 1885). Uit dit huwelijk wordt een dochter Sara geboren. In 1934 overlijdt Johanna al op 49-jarige leeftijd. Abraham hertrouwt in 1936 met Rachel Blits (Amsterdam, 3 augustus 1881) met wie hij op Veeteeltstraat 50 te Amsterdam woont als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt.

Op 11 maart 1943 worden Abraham en Rachel gearresteerd door de Nederlandse stille politie. Ze komen op dezelfde dag aan in Westerbork waar Abraham in barak 65 wordt geplaatst. Door de komst van een groot transport uit Amsterdam ontstaat plaatsgebrek in Westerbork en worden Abraham en Rachel tussen 18 mei 1943 en 11 juni 1943 tijdelijk geïnterneerd in Kamp Amersfoort.

Op 12 augustus 1943 vraagt Bram – zijn roepnaam – om toezending van zijn persoonsbewijs met als doel een 10.000-stempel te kunnen plaatsen. Hij heeft recht op zo’n stempel, want hij komt voor op de Calmeyerlijst Liste von Personen portugiesischer Abstammung ohne ostjüdische Beimischung und nicht mit Ostjuden verheiratet. Met die stempel hoopt hij vrijstelling voor transport naar het oosten te bewerkstelligen.

Op 26 november 1943 is Abraham nog in kamp Westerbork (barak 72), maar op 11 januari 1944 moet hij met zijn vrouw toch op transport naar Bergen Belsen per passagierstrein in plaats van in de bekende wagons. In Bergen Belsen komt Bram in het Sternlager met voorrechten terecht vanwege zijn dubbele (Engelse en Nederlandse) nationaliteit. Het Sternlager is het aparte onderdeel van Bergen Belsen voor Austausch-judenjoden die de nazi’s willen uitwisselen tegen Duitse staatsburgers in het buitenland.

Op 17 november 1944 (ABC-kaart geeft september 1944 aan) wordt Abraham verplaatst naar kamp Wurzach vanwege zijn Britse wortels en dus als mogelijke uitwisselingsjood. In mei 1945 weer naar kamp Biberach en via Basel (ABC-kaart geeft aan via Brenes) en Etterbeek komt Bram terug in Amsterdam op 11 juli 1945. Op 24 september 1945 vraagt hij nog extra levensmiddelen door middel van een handgeschreven briefje waarop hij de kampen waar hij is geweest nog vermeldt. Op 10 maart 1952 overlijdt Abraham te Amsterdam in vrijheid.