Jacob Salomon Vos was een zoon van Salomon Vos en Sientje Les. Hij was geboren op 12 April 1900 als jongste in een gezin met in totaal zes kinderen, waarvan één meisje, Clara, die op 23 Juli 1887 was geboren, al op 13 Augustus 1888 is overleden, net één jaar oud. Dan waren er nog Sara uit 1885, die in 1942 in Auschwitz is vermoord, nog een Clara uit 1891 die in 1943 in Sobibor werd vermoord, Rosa uit 1893, die Theresienstadt heeft overleefd en Rachel uit 1896, die gemengd gehuwd was en de oorlog overleefde.
Jacob Salomon Vos was ongehuwd en woonde bij zijn ouders thuis in de Rapenburgerstraat 102 in Amsterdam. In Juni 1923 vertrok hij echter naar Antwerpen en woonde daar in de Korte Kievitstraat 26 bij zijn zuster Rosa, die gehuwd was met de diamantair Asser de Haan. Hij werkte als handelsreiziger bij zijn schoonvader Samuel Les. Later is Jacob “werkzaam als diamantsnijder bij den heer Lenkowy in de Korte Kievitstraat 7 waar hij 120 francs per week verdient”.
Op 1 September 1925 verhuist Jacob van Antwerpen naar Berchem waar hij woont in de Daenenstraat 48. Op 27 October 1927 keert Jacob terug naar Amsterdam, Plantage Muidergracht 35 I, waar ook zijn zussen Clara, Sara en Rachel met haar man woonden. Ook de ouders, Salomon Vos en Sientje Les verhuisden op 3 November 1926 vanuit de Rapenburgerstraat 102 I daar naar toe. Sientje Les overleed daar op 3 Juni 1930 en haar man Salomon Vos stierf daar op 1 November 1938. Na het overlijden van zijn moeder gaat Jacob Salomon op 24 Juli 1930 als diamantsnijder terug naar de Daenenstraat 48 in Berchem om vervolgens daar per 30 December 1930 van ambtswegen te worden uitgeschreven.
Na terugkomst wonen Jacob en zijn zussen Clara en Rachel nog tot 9 April 1940 op de Plantage Muidergracht maar verhuizen dan naar de Plantage Kerklaan 14 II, waar in April 1941 óók zijn zwager Asser de Haan (die met Jacob's zus Rosa gehuwd is) komt wonen maar zij vertrekken alweer na 2 weken naar de Rijnstraat 154 II, waar in 1942 ook zus Clara Vos naar toe komt. Sara Vos verhuisde al eerder van de Plantage Muidergracht naar de Nieuwe Amstelstraat 28/30. Jacob Salomon Vos woonde vervolgens nog in Juni 1941 op de Prinsengracht 755 hs en vanaf September 1941 officieel op de Nieuwe Keizersgracht 84, maar verbleef ook regelmatig in de Rijnstraat 154 II.
Van de registratiekaart uit de cartotheek van de Joodse Raad van Jacob Salomon Vos blijkt dat hij geen oproepnummer had voor de z.g. “werkverruiming in Duitsland”, wat betekent dat hij zich begin Augustus 1942 hoogst waarschijnlijk vrijwillig heeft gemeld voor de "Arbeitseinsatz". Op 7 Augustus 1942 werd hij vanuit Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz, waar hij bij aankomst op ± 10 Augustus werd geselecteerd om dwangarbeid te verrichten.
De omstandigheden waarin daar moest worden gewerkt waren verschrikkelijk en velen stierven door ontbering, mishandeling of de gaskamers. De exacte datum van overlijden van Jacob Salomon Vos is onbekend, noch de omstandigheden waarin hij daar om het leven is gekomen. Daarom heeft het Nederlandse Ministerie van Justitie na de oorlog opdracht gegeven aan de Gemeente Amsterdam om voor Jacob Salomon Vos een akte van overlijden op te maken, waarin is vastgesteld dat hij op 30 September 1942 in Auschwitz is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, diverse archiefkaarten “Vos”, woningkaart Plantage Muidergracht 35 I en Rapenburgerstraat 102 I; Het Felixarchief Antwerpen, vreemdelingen dossiers voor Jacob Salomon Vos 173358 uit Antwerpen en nr. 17137 en nr. 12721 uit Berchem (B); het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Jacob Salomon Vos; Overlijdensakte 110 uit het A-register 45-folio 20, opgemaakt in Amsterdam op 4 Augustus 1950 en de wikipedia lijst van Jodentransporten vanuit Nederland.