Verhaal

Arrestatie

In Heerlen vond op 29 december 1943 een razzia plaats door een arrestatieteam dat bestond uit Duitsers en Nederlanders. Het deed een inval in de woning van het gezin van Jacob en Sietske de Blauw-de Jonge, actieve leden van een sociaaldemocratische verzetsgroep. Zij verleenden onderdak aan het echtpaar Simon en Henriette Philips-Sajet uit Heerlen. Toevallig had dochter Sophia (14 jaar), die was ondergedoken op een ander adres, die dag de kans waargenomen om haar ouders op te zoeken. De drie Joodse onderduikers zagen kans om zich te verbergen en werden in eerste instantie niet gevonden. Daarop werd Jacob de Blauw zwaar mishandeld. Toen de onderduikers dat hoorden, kwamen zij tevoorschijn en werden gearresteerd. 

Bij dezelfde razzia werd ook het echtpaar Arnold en Sara Linnewiel-Gans uit Amsterdam gepakt. Het zesde joodse slachtoffer van de razzia, Philip van Geens uit Heerlen, ontsprong de dans: hij was gemengd gehuwd en kwam weer vrij. 

De razzia werd de volgende dag echter voortgezet. Op 30 december vielen de vier leden van het Heerlense gezin Schönthal-Jacobson in handen van de Duitsers, samen met hun gastheer A. Staal uit Voerendaal. Staal kwam vrij.

Bron: Herman van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog (Dissertatie Universiteit van Amsterdam 2013, Maaslandse Monografieën 76; Hilversum: Verloren, 2013, 447 pp., ISBN 978 90 8704 353 7).