Verhaal

Opgepakt bij de razzia van katholieke Joden op 2 augustus 1942

Operazangeres en zanglerares

Mathilde Wallach was vanuit Duitsland naar Kopenhagen gegaan en vervolgens op 12 september 1933 naar Nijmegen. Zij had daarvoor in Duitsland behoorlijk succes gehad als operazangeres. Zij was opgeleid in Düsseldorf en in die stad en andere steden zoals Dortmund stond zij in de theaters. Zij ging in Nijmegen wonen op de Hugo de Grootstraat, in het aan het eind van de oorlog verwoeste gedeelte. Haar ouders waren ook in 1933 naar Nijmegen gevlucht en trokken in 1936 bij haar in. Zij ging  zanglessen geven en trad ook op in o.m. de Concertzaal de Vereeniging.  De bekende operazangeres Erna Spoorenberg had tot ergens begin 1942 les van haar. Wallach maakte nog een opname van Spoorenberg. Godfried Bomans verhaalt ergens dat hij Erna zo knap vond dat ook hij probeerde les te krijgen bij Mathilde. Mathilde wordt docente aan de Muziekschool van de Maatschappij tot Bevordering van de Toonkunst aan de Van Welderenstraat, maar ze wordt daar ontslagen in juli 1942, omdat Stichtingen of Verenigingen dan geen Joden meer in dienst mogen hebben. Mathilde was intussen met haar nieuwe man (ze was eerder gescheiden van Neuhaus), Moritz Neufeld, gaan wonen in een Rooms-Katholiek huis (Sancta Maria) aan de Bredeweg, vooral hij was fanatiek katholiek.

Zij en haar man Moritz Herbert Neufeld horen bij de 15 Joden die op 2 augustus 1942 vanuit Nijmegen werden overgebracht door busbedrijf Toonen naar Amersfoort. Op diverse plaatsen in Nederland werden die dag 212 personen opgepakt die van oorsprong Joods waren en tot het katholieke geloof waren overgegaan; dit nadat tien grote kerkgenootschappen op 26 juli meer of minder nadrukkelijk stelling hadden genomen tegen de Jodenvervolging.  Toonen vervoerde ook zes ‘katholieke Joden’ uit de omgeving van Arnhem naar het PDL Amersfoort. Mathilde en haar man werden op 4 augustus verder gedeporteerd naar Westerbork en uit Nijmegen zo ook Hans Menkel (14 november 1907), de andere twaalf worden langzamerhand vrijgelaten. Mathilde en Moritz blijven lang in Westerbork, ook haar broer Ernst Wallach met zijn vrouw Grete Voss (20 maart 1907) worden er binnengebracht. Grete had waarschijnlijk een Sperre vanwege haar wek voor de Joodse  Raad en komt een stuk later dan haar man, eind april 1943. De zus van Mathilde, Helene Wallach zit er al vanaf 1940 met haar man Max Zwiebel. Op 6 april 1943 arriveren haar ouders in Westerbork, wij denken nu op eigen initiatief, nu ze geen andere uitweg meer zagen. Zij allen hopen op de Palestinalijst gezet te worden, de broer van Mathilde, Karl, woont al in Palestina, in Jerusalem. Haar al lang ziekelijke vader sterft in Westerbork, alle anderen worden gedeporteerd naar Theresienstadt. En van daar worden allen, zij het niet tegelijkertijd, overgebracht naar Auschwitz. Alleen Mathilde Kahn, de moeder van Mathilde Wallach, blijft in Theresienstadt, keert na de bevrijding van dat kamp terug naar Amsterdam en gaat wat later naar haar enig overgebleven verwante, Karl in Jerusalem. De anderen worden vermoord in Auschwitz of mogelijk in een van de subkampen (Moritz). Alleen Grete Voss wordt bevrijd in Erfurt en keert terug naar Amsterdam. Zie op www.oorloginnijmegen.nl o.m. de artikelen Krankensperren in Nijmegen, De razzia van 2 augustus 1942 en Namenlijst 1939-1945. Zie ook het dossier met documenten over de razzia op 2 augustus 1942.