Inval en arrestaties op de Oude Naarderweg 5 te Laren (nh)
Bernhard de Leeuw en zijn vrouw Sara Krant wonen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog op de Oude Naarderstraat 5 te Laren. Hij is in 1920 getrouwd met de Hilversumse Sara Krant.[1]. Ze gaan wonen op de Oude Naarderweg 5. Zijn oudere broer Joseph de Leeuw woont even verderop aan de Drift 25 te Laren. Wanneer de Duitse bezetter alle joden dwingt om te verhuizen naar Amsterdam, schrijft Bernhard de Leeuw zich daar in op adres Deurloostraat 44-II.[2]
Arrestatie te Laren op 7-7-1943
In de politie dag- en nachtrapporten van Amsterdam dd. 7-7-1943 om 19.30 uur staat: ‘Op 7 juli 1943 brengt de Larense hoofdagent Geurts vanuit Laren NH in opdracht van de Centr. Stelle (amb. Vlugt) de personen: Bernard de Leeuw, boekdrukker van beroep, zijn vrouw Sara Krant, zoon Samuel (student), Paul Bremer (kantoorbediende), wonende aan de Amstelkade 172-II (*Adam 15-6-1919). Van Dijk (*Rotterdam 25-1-1913) pianiste Prins Hendriklaan 34hs alhier, laatstgenoemde had direct doktershulp nodig, aangezien zij te Laren vanuit een 1-e verdieping op straat is gesprongen, waarbij zij inwendige kneuzingen heeft opgelopen. Dr. Brinkbok van de G.G. en G.D. heeft de hier in bewaring zijnde Van Dijk onderzocht en vastgesteld dat zij een wervelfractuur had bekomen.[3] Haar directe opname achtte hij noodzakelijk. Zij zal overgebracht worden naar het Nieuw Joods Ziekenhuis. Verdachte Van Dijk is door personeel van de G.G. en G.D. overgebracht naar de Hollandsche Schouwburg, aangezien zij eerst aldaar onderzocht moet worden alvorens zij naar het NJZ wordt overgebracht. L.L. Reek: Breedveld heeft haar mede overgebracht’.[4]
In Huize De Leeuw wordt ook zoon Samuel gearresteerd. De 21-jarige student zit samen met zijn ouders, Paul Breemer en Sara van Dijk ondergedoken in Laren.
Paul Breemer
De 24-jarige kantoorbediende Paul Breemer is de zoon van banketbakker Victor Breemer en Branca Schaap. Paul heeft nog een jong zusje die naar de 1-e Montessorischool in de Corellistraat gaat. Het hele gezin van Paul wordt op 11-9-1943 naar Westerbork afgevoerd. Op 14-9-1942 gaan ze op transport en op 17-9-1942 worden ze in Auschwitz omgebracht.[5]
Zou Paul bij de familie De Leeuw in Laren onderduiken omdat zijn vader als banketbakker misschien in de Amsterdamse koekjesfabriek van broer Joseph de Leeuw werkte, of hem beroepsmatig kende?
Paul Breemer wordt samen met zijn Larense mede-onderduikers Bernhard en Sara de Leeuw nog diezelfde avond naar het Huis van bewaring in Amsterdam gebracht. De volgende dag worden ze naar de Hollandsche Schouwburg gebracht en op 10-7-1943 komen ze aan in Westerbork. Alle drie belanden ze in strafbarak 67. Op 13-7-1943 worden ze op transport gesteld naar Auschwitz en worden daar bij aankomst direct op 16-7-1943 vermoord.
Sara van Dijk
Sara van Dijk is de dochter van Jacques van Dijk en Rachel Bueno de Mesquita. Het gezin woont aan de Hooidrift 11 te Rotterdam. Hier wordt in 1913 Sara geboren, twee jaar later gevolgd door dochter Reina. Vader is werkzaam als bibliothecaris. Hij krijgt in 1921 een aanstelling in Leeuwarden, als directeur van de Openbare Leeszaal. Op 10-3-1921 verhuist het gezin naar een huis aan de Lijsterstraat 34 in Leeuwarden. Sara verhuist op 17-1-1930 naar Amsterdam.[6] Hier werkt ze als pianiste.[7] Het hele gezin komt tijdens de oorlog om in Auschwitz. Haar ouders op 19-11-1942, haar zusje Reina op 30-9-1942 en Sara zelf wordt op 27-8-1943 vermoord.[8]
Sara van Dijk ‘had direct doktershulp nodig, aangezien zij te Laren vanuit een 1-e verdieping op straat is gesprongen, waarbij zij inwendige kneuzingen heeft opgelopen’. Op 7-7-1943 om 20.00 uur onderzoekt Dr. G.C.F. Brinkbok, werkzaam als arts bij de G.G. en G.D. de in het Huis van bewaring opgesloten Sara van Dijken stelt vast ‘dat zij een wervelfractuur’ had bekomen. ‘Haar directe opname achtte hij noodzakelijk. Zij zal worden overgebracht naar het N.J.Z.’. Om 20.30 uur op 7-7-1943 is ‘Verdachte Van Dijk door personeel van de G.G. en G.D. overgebracht naar de Hollandsche Schouwburg, aangezien zij eerst aldaar onderzocht moest worden, alvorens zij naar het Nieuw Israëlitisch Ziekenhuis (N.I.Z.) wordt overgebracht’. De rechercheurs Reek en Breedveld regelen haar transport.
Opmerkelijk is dat na de oorlog geen enkele inwoner van Laren aangifte gedaan heeft tegen de verantwoordelijken van deze brute arrestatie. Het kan niet anders zijn dan dat een ‘uit het raam springende joodse vrouw’ met haar daarbij ontstane kwetsuren als een lopend vuurtje door het dorp gegaan moet zijn. In de politie dag- en nachtrapporten van de gemeente Laren is geen enkele melding gemaakt van deze zaak. Ook is er over deze zaak nooit aangifte gedaan tegen agent Geurts en heeft hij hierover nooit zelf een verklaring afgelegd.
[1]Bernhard de Leeuw is een zoon van Samuel de Leeuw[1] en Frederika Gottschalk[1]. Sara Krant is de dochter van Joseph Krant & Leentje van Tijn
[2] (red.) Hiervan is niets terug te vinden op www.delpher.nl of in de Huizenklapper Amsterdam.
[3] Dr Brinkbok, Insulindeweg 6
[4] (red.) Van deze arrestaties heeft de politie van Laren geen melding gemaakt in heer dag- en nachtrapporten.
[5] Vader Victor Breemer (*Amsterdam 16-8-1890, Auschwitz 17-9-1942), moeder Branca Breemer-Schaap (*Amsterdam 16-8-1890, Auschwitz 17-9-1942) en zusje Carla Breemer (*Amsterdam 10-10-1928, Auschwitz 17-9-1942).
[6] (red) Op 14-10-1935 verhuist ook zusje Reina van Dijk naar de hoofdstad Op 15-10-1937 verhuist Reina naar de Schietbaanlaan 42a te Rotterdam. Op 20-9-1938 verhuist Reina naar het Thomsonplein 20 te Den Haag.
[7] Gemeentearchief Amsterdam/Huizenklapper/adres per 16-3-1931 Saxen Weimarlaan 41, op 19-11-1938 verhuist ze naar de Emmalaan 17hs-K2 en op 1-4-1941 woont ze op de Koninginneweg 134-II (verder geen gegevens)
[8] Haar ouders komen aan in Westerbork op 12-11-1942 en gaan op 16-11-1942 op transport naar Auschwitz, zusje Reina (aankomst Westerbork onbekend) Transport naar Auschwitz 24-7-1942.