Catherina (Cato) de Levita-Godefroi, haar zoon Henri worden tijdens de grote razzia van 26-5-1943 gearresteerd. Cato was als diamantbewerker geregistreerd bij het Rijksbureau van Diamant dat opgericht werd op op 18-10-1940 (Nationaal Archief: 2.06.076.04, Clemens, P.H.J., Inventaris van het archief van het Rijksbureau voor Diamant, 1940-1955 (Den Haag [Nationaal Archief] 1993).). Uit haar Arolson karthoteekkaart blijkt dat Cato met haar zoon Henri (12 jr) in kamp Westerbork aankomt op 26-5-1943 (barak 57). Dit is de werkbarak voor kabels en batterijen. Er lijkt een verklaring gestuurd te zijn vanuit de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond (red. geen verdere uitleg). Vanuit het kamp wordt op 28-5-1943 informatie opgevraagd bij het Rijksbureau voor Diamant m.b.t. de positie van betrokkene als diamantbewerker? Immers, andere diamantbewerkers zijn naar Vught gestuurd. Op 31-5-1943 laat ene Kindler het volgende weten: NAF deelt ons mede dat betrokkene op 26-5-1943 als 'gesperrtes' diamantbewerker werkzaam was. Op 1-6-1943 wordt ze op transport gesteld naar Sobibor en daar direct bij aankomt met haar zoontje Henri vergast. Onduidelijk is waarom Jet Hegt, de huisvriendin die bij hen inwoont, al op 17 april 1943 in Westerbork aankomt. Zij wordt op transport gesteld naar Auschwitz op 27-4-1943. Blijkbaar is ze al voor de grote razzia gearresteerd.
Verhaal