Biografie

Het lot van Leendert Loonstijn, zijn vrouw Cato Ossendrijver en hun kinderen Eva en Paul.

Cato Ossendrijver, geboren op 19 Februari 1905 in Amsterdam, was de oudste van de drie kinderen van Saul Ossendrijver en Clara Rodrigues Pereira. Zij trouwde op 24 Juli 1929 in Amsterdam met Leendert Loonstijn, diamantslijper en kleermaker van beroep, geboren op 24 April 1903 in Amsterdam als zoon van Joseph Loonstijn en Eva Vos. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Eva op 20 April 1930 in Amsterdam en op 9 September 1937  Paul. die in Utrecht werd geboren. Het hele gezin is tijdens de Sjoa vermoord.

Na haar huwelijk in April 1929 met Leendert Loonstijn, woonde het echtpaar in de Burgemeester Tellegenstraat 46 I in Amsterdam Zuid, gelegen tussen de Hendrik de Keyserstraat en de Pieter Lodewijk Takstraat, waar het gezin op 23 October 1933 naar toe verhuisde. In 1937 was het gezin compleet, toen ook Paul geboren was en bij het gezin kwam wonen.

Cato Loontsijn-Ossendrijver, haar man Leendert Loonstijn en hun kinderen Eva en Paul werden op 12 Maart 1943 uit hun huis gehaald en afgevoerd naar het concentratiekamp Vught. Vervolgens zou hun “bagage” daar op 23 Maart zijn aangekomen. Cato Loonstijn verbleef daar vanaf 21 April in de jongensbarak 24a bij haar zoontje Paul. Maar op 6 en 7 Juni werden Eva en Paul met de zogenoemde kindertransporten via Westerbork naar Sobibor gedeporteerd. En hun moeder Cato Ossendrijver ging met hen mee. In Westerbork werden Cato, Eva en Paul op 7 Juni ondergebracht in barak 58 en op 8 Juni 1943 op transport gesteld naar Sobibor. Daar zijn zij direct na aankomst op 11 Juni 1943 in de gaskamers vermoord.

Leendert Loonstijn daarentegen verbleef een vol jaar in kamp Vught, van 12 Maart 1943 tot 21 Maart 1944. Niet bekend is of hij vanuit Vught nog in de z.g. buitenkommando’s (Aussen Kommandos) tewerkgesteld was, maar vermoedelijk werkte Leendert als lompensorteerder bij de in het kamp gevestigde firma Menix of als kleermaker bij de fa. Escotex. Na zijn transport van Vught naar Westerbork op 21 Maart 1944, werd hij twee dagen later, op 23 Maart gedeporteerd naar Auschwitz.

Bij aankomst aldaar, ± 26 Maart 1944 werd de toen 41-jarige Leendert Loonstijn niet naar de gaskamer gestuurd maar geselecteerd om dwangarbeid te verrichten, vermoedelijk in één van de satellietkampen van Auschwitz. Uiteindelijk is Leendert – toen de Russische legers naderbij kwamen - met de evacuatietransporten vanuit Auschwitz in het concentratiekamp Hannover-Mühlenberg terecht gekomen, waar hij voor de werktuigen- en vervoersmiddelenfabriek Hanomag  tewerkgesteld werd in het z.g. Extern Kommando Mühlenberg. Bij de ontruiming van het kamp werd Leendert Loonstijn daar met nog 50 andere Nederlanders op 6 April 1945 doodgeschoten.

Echter volgens een stamkaart van Leendert Loonstijn van 22 November 1951 en op basis van een getuigenis van I. de Leeuw uit de Christian de Wetstraat 10 in Amsterdam, heeft het Nederlandse Ministerie van Justitie opdracht gegeven aan de gemeente Amsterdam om voor Leendert Loonstijn een akte van overlijden op te maken, waarin is vastgesteld dat Leendert Loonstijn op 5 April 1945 in het concentratiekamp Hannover-Mühlendberg is overleden.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Saul Ossendrijver, archiefkaarten van Cato Ossendrijver en Leendert Loonstijn en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Cato Loonstijn-Ossendrijver, Eva Loonstijn, Paul Loonstijn en van Leendert Loonstijn; archieven ITS Bad Arolson van Leendert Loonstijn. overlijdensakte uit Amsterdam voor Leendert Loonstijn, nr. 529 d.d. 22 Februari 1952 in register A94-fol.90 en de wikipediawebsites Kindertransporten vanuit Vught en Concentratiekamp Hannover-Mühlenberg.

 

Alle rechten voorbehouden