Verhaal

De stoel van opa Louis Beek

Louis was de derde zoon van Aron Jacob Beek en Mietje Waterman. Twee jaar later werd nog een dochter geboren: Christina Regina. De kinderen zijn allemaal in Haarlem geboren, maar in 1878 verhuisde het gezin naar Amsterdam, waar Aron Jacob daarvoor ook had gewoond. Louis is als enige lang thuis blijven wonen. Hij trouwde in 1891 met Sara Abraham. Zij kregen 3 kinderen: Barend, Mietje en Aron, die allen thuis bleven wonen. Kort nadat Sara aan een longontsteking is overleden, verhuisde het gezin van de Ruijschstraat naar de Henriette Ronnerstraat. Louis nam de verantwoordelijkheid voor het huishouden op zich. Toen Barend in 1934 ging trouwen verhuisde de overige gezinsleden mee. Louis is zijn verdere leven bij zijn zoon in de Boterdiepstraat blijven wonen.

Daar werd zijn enige kleinkind geboren. Vanaf dat zij kon lopen nam hij haar iedere dag mee op zijn wandeling. Samen bezochten zij een nicht, Cato Beek, die in de buurt woonde en de juffrouw op de hoge stoep (hoek Gaaspstraat/Trompenburgerstraat). Voor haar werd eerst wat lekkers bij de banketbakker gehaald. Graag vertelde Louis ook verhalen op een knie zijn kleindochter op de andere het buurmeisje Mary de Jongh. Meestal ging het over Kobus en zijn vrienden die in de speeltuin van de glijbaan vielen of een schommel tegen hun hoofd kregen. Er kwam dikwijls een ambulance aan te pas.

Stoel van opa Louis

Begin 1943 werd Louis ziek en opgenomen in de Joodse Invalide. Toen er eind februari geruchten over een razzia kwamen hebben zijn oudste zoon en schoondochter hem op een handkar naar huis gehaald. Later is hij toch weer opgenomen en helaas weggevoerd naar Auschwitz.

Kleindochter Renate Beek

Op verzoek geplaatst door de redactie