Biografie

Over David Frank.

David Frank, geboren in Rotterdam op 30 December 1903, was een zoon van Izaak Frank en Rebekka van der Stam. Hij trouwde op 5 Augustus 1925 met de niet-Joodse Hendrika Albertha Sophia van Oers, een dochter van Franciscus Cornelis van Oers en Sophia Pieternella Schoonenberg. Uit dit huwelijk werd op 19 Januari 1926 een zoon geboren, Harry Izaak. Zowel David’s echtgenote als zijn zoon hebben de oorlog overleefd.

David Frank was het tweede kind van Izaak en Rebekka Frank. Hij had broers en zussen, t.w. Wilhelm, Mozes, Marianna, Meijer, Jacob, Henriette en Joseph. Twee broertjes en een zusje zijn al voor de oorlog jong overleden maar zijn andere boers en zus hebben de oorlog overleefd.

David Frank was voor de oorlog al twee keer als kelner aan boord van een schip van de Holland Amerikalijn naar New York gevaren, waar hij geprobeerd heeft zich tot Amerikaan te laten naturaliseren, wat hem niet is gelukt. Terug in Rotterdam werkte hij in verschillende grand hotels in de stad als kelner en later verdiende hij zijn brood als koopman in textielwaren.

Op 15 Juni 1926, een half jaar na de geboorte van zijn zoon verhuisde het gezin naar de Utrechtsestraat 29 II in Amsterdam, van waar zij na vier weken verhuisden naar de Ferdinand Bolstraat 107 III. Echter op 29 November van dat jaar verhuisde het gezin weer terug naar Rotterdam. Zijn laatst bekende adres was Maasstraat 14 in Schiedam.

Op 3 Augustus 1943 werd David Frank gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork, waar hij (vermoedelijk als gemengd gehuwde) werd ingesloten in strafbarak 67. In de maand Augustus heeft David veel werk gemaakt om bewijzen  te verzamelen die aantonen dat hij gemengd gehuwd was en dat zijn zoon niet Joods is opdat ook hij niet zou worden gedeporteerd, wat allemaal gelukt is. In 1944 echter is zijn zoon nog bij een razzia
opgepakt en heeft dwangarbeid moeten verrichten in Duitsland.

Het heeft er echter ook toe geleid dat David Frank lang in Westerbork heeft moeten verblijven maar uiteindelijk tóch op 3 Maart 1944 als strafgeval met nog 731 andere gedeporteerden op transport werd gesteld naar Auschwitz. Het transport arriveerde daar op 5 of 6 Maart 1944 waar hij het gevangennummer 174733 kreeg en tewerkgesteld werd in Monowitz.

Tussen 18 en 21 Januari 1945 werden gevangenen uit Auschwitz geëvacueerd naar andere kampen. Volgens twee overlevende getuigen, de Heren de Wolf  en Kattenburg uit den Haag, die op 22 Juli 1946 op gezegeld papier een verklaring hebben afgelegd, is David Frank op 21 Januari 1945 in hun bijzijn in de wagon overleden tijdens een transport van Monowitz naar Buchenwald.  

Het Rode Kruis heeft echter in een brief uit 1969 aan zijn zoon H.J. Frank verklaard dat zijn vader David Frank uiterlijk op 9 Mei 1945 niet meer in leven was. Mede op grond van die verklaring is zijn overlijdensdatum en plaats officieel vastgesteld als op 9 Mei 1945 in Midden Europa.  

Bronnen o.a. Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten David Frank en Izaak Frank; Stadsarchief Amsterdam, woningkaarten Utrechtsestraat 29, Ferdinand Bolstraat 107; De Groene Amsterdammer; verklaringen van J. de Wolf en J. Kattenburg uit 1946; Brief Rode Kruis 1969 aan H.J.Frank betr. David Frank; website wiewaswie.nl/huwelijk David Frank/Hendrika van Oers; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van David Frank; aanvullingen van een bezoeker van de website en informaties van kleinzoon David Frank.

Alle rechten voorbehouden