Rebecca Mok was het vierde kind van Isaak Aron Mok en Jeannette Natkiel. Zij werd op 5 Augustus 1874 geboren in een gezin van in totaal acht kinderen. Haar broers en zusters waren Roosje (1869), Hendrika (1872), Anna (1876), Elisabeth (1878), Joseph (1880), Aäron en Sara (1886). Haar broer Joseph overleed al in 1923 en is begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Zij zelf en al haar broers en zussen zijn tijdens de Sjoa vermoord.
Uit de gezinskaart van het Amsterdamse Stadsarchief kan worden opgemaakt dat Rebecca Mok heeft gewerkt als dienstbode, als winkeljuffrouw en werkster. Zij bleef ongehuwd en woonde op de Oude Schans, op Rapenburg, op de Nieuwe Herengracht en na nog een tiental verhuizingen in de stad kwam zij op 4 Mei 1937 terecht in de Weesperstraat 67 II, wat tevens haar laatst bekende adres is gebleken.
Op 14 Januari 1943 werd Rebecca Mok in Westerbork binnengebracht en op 23 Januari gedeporteerd naar Auschwitz. Daar werd zij bij aankomst op 26 Januari 1943 onmiddellijk vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart en archiefkaart van Rebecca Mok en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Rebecca Mok.