Biografie

Het lot van Alex Todtenkopf en zijn vrouw Flora Segall.

Alex Todtenkopf, geboren op 3 November 1881 in Könitz (zuidelijk van Jena in Duitsland), was een zoon van Baruch (Bernhard) Totenkopf en Amalia Selo. Hij was gehuwd op 20 Augustus 1912 in Bromberg (D) met 23-jarige Flora Segall uit Gross Lonsk (Kreis Bromberg, Posen in Polen), een dochter van Bernhard Segall en Ernestine Itsigsohn. Het echtpaar had twee dochters: Anneliese, geboren in 1913 en Margot Sara, geboren in 1921 beiden in Prechlau, gelegen in Pommern/West Pruissen in Polen.

De leden van gezin Todtenkopf kwamen op verschillende data en afzonderlijk naar Nederland: Dochter Anneliese arriveerde in December 1937 in Amsterdam maar vertrok in Maart 1938 naar Palestina. Zij heeft de Holocaust niet aan den lijve meegemaakt.

Dochter Margot Sara kwam in Februari 1939 in (vermoedelijk) Amsterdam en werkte na haar opleiding bij de J.C.B. als dienstbode in het Het Apeldoornse Bos in Apeldoorn en was door de Joodse Raad “gesperrt wegens functie”. Zij werd op 18 Januari 1944 vanuit Westerbork gedeporteerd naar Theresienstadt, naar Auschwitz en naar Bergen Belsen waar zij op 1 Mei 1945 is bezweken aan de ontberingen in het kamp.

Alex en Flora kwamen samen op 10 Mei 1939 uit Prechlau naar Nederland, waar zij per die datum gingen inwonen op de Minervalaan 42 hs in Amsterdam, bij Alex’ zwager Löbl Schusterman (ook Leo genoemd) die met zijn zuster Margarethe Todtenkopf in 1912 in Prechlau gehuwd was. Zij woonden daar al vanaf 5 April 1934. Op 3 Juni 1940 verhuisden Alex en Flora naar de Rijnstraat 126 III, waar zij kwamen te wonen bij o.a. Julius Rosenbaum met zijn vrouw Erna.

Op 14 Januari 1943 werden Alex en Flora vanaf de Rijnstraat afgevoerd naarWesterbork, waar zij werden ingesloten in barak 65.  Op die datum is op de  registratiekaarten van Alex Todtenkopf aangetekend dat hij “frontstrijder” was en op de frontstrijderslijst stond, voor 60% oorlogsinvalide was, dat “verzoek voor uitwisseling naar Palestina” in behandeling was en dat zijn dochter door de Joodse Raad “gesperrt”was.

Op 25 Januari is er een verzoek wegens “frontstrijder”ingediend waarop per 7 Februari bericht kwam dat Alex en zijn vrouw “bis auf weiteres zurückgestellt” werden.

Op 2 Augustus 1943 heeft de emigratieafdeling  Palestina Certificaten aangevraagd, waarna via het Rode Kruis een telegram werd ontvangen. Op 3 Augustus 1943 heeft de emigratieafdeling het Rode Kruis telegram uitgereikt aan de dochter omdat uitreiking aan de ouders niet meer mogelijk was. Die waren reeds op 21 April 1943 op transport gesteld naar Theresienstadt.

Ondanks alle pogingen als beschreven, werden beiden al op 21 April 1943 met het eerste transport naar Theresienstadt gedeporteerd. Dit transport  vertrok vanuit Amsterdam met 295 gedeporteerden, voornamelijk Duitse Joden, waarvan er 195 uit Westerbork naar Amsterdam gehaald waren. Alex Todtenkopf is  op 11 Maart 1944 in Thesienstadt om het leven is gekomen. Zijn vrouw Flora Segall werd nog vanuit Theresienstadt op 28 October 1944 op transport gesteld naar Auschwitz, waar zij enkele dagen later op 31 October 1944 haar leven heeft verloren.

Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Alex Todtenkopf en Flora Segall, Löbl Schusterman en Margarethe Schutstermann-Todtenkopf; gezinskaart van Anneliese Todtenkopt; woningkaarten van Minervalaan 42 en Rijnstraat 126; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Alex Todtenkopf, Flora Totenkopf-Segall en Margot Sara Todtenkopf en de wikipedia lijst van Jodentransporten vanuit Nederland.

Alle rechten voorbehouden