Verhaal

Joseph Pronkhorst

Door: Robby

Joseph Pronkhorst was de zoon van Samuel Pronkhorst (7 juni 1892) en Catharina Pronkhorst-Elsas (6 december 1893). Joseph had een broer, Abraham, die twee jaar ouder was (18 september 1920) en twee neven die Simon heetten. Met beide neven correspondeerde hij vanuit werkkamp Geesbrug in Drenthe. Joseph heeft daar een aantal maanden gezeten, voordat hij werd overgebracht naar Kamp Westerbork. Hij verrichte in de omgeving van Geesbrug ontginningswerkzaamheden.

Bezoek ontvangen in Werkkamp Geesbrug mocht officieel niet, maar in een van de brieven uit Geesbrug noemt hij het bezoek dat tante Lena aan hem bracht, en wat hij reuze leuk had gevonden. Weer eens een teken van leven buiten die Drentenaren om, zo schreef hij. Joseph schreef verder: "Hier is wel sprake dat ons kamp wordt aangevuld met Hagenaars en Rotterdammers. Maar ik hoop er geen familie bij te zien. D.w.z. dat ze ook niet naar een ander kamp gaan. Wat mij betreft gaat alles g.z.d Goed. Ik leef en ik werk dat is nog de hoofdzaak. En ik eet nog. Ik heb echter niet veel nieuws meer dan U op het hart te drukken. Laat het hoofd niet hangen. Na deze tijd komt nog een tijd en misschien spoediger dan wij verwachten. Al ziet dat er af en toe somber uit. Toch komt de zon weer achter de wolken vandaan. En dan is voor ons allen een nieuwe zonnige wereld open. Dus zo goed als ik, die het hier heus niet heb zoals ik het wens, moeten jullie die nu nog als familie en gezin bij elkaar bent ook de moed erin houden. En hopen op een nieuwe betere toekomst."

Op 17 augustus 1942 ging Joseph Pronkhorst vanuit Westerbork op transport naar Auschwitz. Daar kwam hij om op 30 september 1942.

Bron: WesterborkPortretten

Alle rechten voorbehouden