Verhaal

holocaust

een gedicht

ik maakte een gedichtje, dat ik hier graag wil publiceren

Eduard Salomon Wijnants
Oegstgeest

holocaust

er gaat een trein naar Auschwitz

mensen zijn ontzettend bang

wat zal er straks gebeuren

dit wordt hun laatste gang

 

wat hebben zij toch misdaan

het zijn zigeuners, joden

dus mensen van vlees en bloed

hoe kan je mensen doden

 

je ziet de rook en vlammen

voor de gaskamers een rij

naakte mannen en vrouwen

maar ook kinderen erbij

 

de daders zijn barbaren

zijn geradicaliseerd

zij kunnen zelf niet denken

hun instelling is verkeerd

 

het is niet te begrijpen

miljoenen mensen gingen dood

wij lieten dat gebeuren

waar waren redders in nood

 

die kwamen wel…….. achteraf

Engelsen, Canadezen

en de Amerikanen

die grote dienst bewezen

 

ook eigen landgenoten

waren soms grote helden

omdat zij hun eigen leven

in de waagschaal stelden

 

zij hebben and’re mensen

naar een onderduik gered

huisartsen en kruideniers

zij zaten in het verzet

 

voorts vele and’re gezinnen

waar men werd ondergebracht

geweldig al die mensen

waren tegen jodenjacht

 

veel strijders, militairen

lieten vaak jong het leven

het heeft volkomen zinloos

alleen verdriet gegeven

 

dan waren er verraders

werden daarvoor soms betaald

voor de weg naar het einde

werd je uit huis gehaald

 

een achternicht *) vertelt ons

van wat zij heeft meegemaakt

het is niet te geloven

dat heeft mij diep geraakt

 

bizarre voorgeschiedenis

gevolgd door zeven kampen

en die toch overleven

geplaagd door vele rampen

 

haar boodschap jaren later:

“wat de wereld weten moet

geen vooroordelen hebben

tolerant zijn, dat is goed

 

mensen houd van elkaar

voor geweld niet buigen

vergeet discriminatie

overlevenden getuigen”

 

*) die achternicht heette Rachella Velt, dochter van Israël Velt