Betje van Gelder was een dochter van David van Gelder en Eva Leman. Zij trouwde op 21 Maart 1918 in Avereest met Calmer Schrijver uit Muntendam, een zoon van Jakob Schrijver en Jetta Klein. Het echtpaar was kinderloos, en woonde in Dedemsvaart, adres F 323, tegenwoordig Wisseling 10 in Dedemsvaart.
Haar man Calmer Schrijver, slager van beroep, overleed in Avereest op 21 April 1927 en werd begraven op de Israelitische Begraafplaasts in de Mulderij te Dedemsvaart. Na zijn overlijden verhuisde Betje van Gelder enkele malen, zoals naar Meppel, naar Leek maar in 1935 keerde zij weer terug naar Dedemsvaart op het adres Wisseling F 323 en daarna verhuisde zij nog naar de Tuinstraat F60 in Dedemsvaart.
De slagerij van Calmer Schrijver was inmiddels overgegaan aan de slager David van Gelder en Betje dreef een handeltje in kruidenierswaren, hoofdzakelijk bestaande uit koffie, thee en cacao. Vóór op haar fiets had ze een grote mand laten bevestigen waarin haar te verkopen handel lag en waarmee zij elke week langs haar klanten fietste. En in de week voor Pasen verkocht zij “matzes” aan haar klanten, die door haar werden aangeduid als “Paasbrood”.
Toen de Joden in 1941 op bevel van de bezetter hun fietsen moesten inleveren, werd Betje daardoor zwaar getroffen. Maar zij werd geholpen en men stelde haar in het bezit van een handkarretje, zodat zij ook zonder fiets alsnog haar klanten kon bedienen.
Op 2 October 1942 werd Betje Schrijver-van Gelder vanuit Dedemsvaart afgevoerd naar Westerbork en op 9 October op transport gesteld naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 12 October 1942 werd de 67-jarige Betje van Gelder onmiddellijk vermoord.
Website wiewaswie.nl, huwelijk Schrijver/van Gelder; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Betje Schrijver-van Gelder en uit het boek “De Joodse Gemeenschap van Avereest”, blz. 37-39, door Peter Makaske, uitgegeven in 1992 door Uitgeverij Servo, Adolph van Ansenlaan 16, 9451 GR Rolde (Drenthe). (ISBN 90-71918-44-0).