Verhaal

Anna Marum en Tehuis Oosteinde in Amsterdam

Op 6 Mei 1943 werd Anna Pfeffer-Marum als naaister naar Tehuis Oosteinde in Amsterdam gestuurd. Daarover is o.a. het volgende bekend:

Oosteinde 16 – Tehuis Oosteinde
In de oorlog zat hier tot juli 1943 het Tehuis Oosteinde, een afdeling van de Joodse Raad. Tehuis Oosteinde was in 1937 opgericht om Joodse vluchtelingen op te vangen. Maar bij het uitbreken van de oorlog werd het tehuis onder de Joodse Raad geplaatst en daarmee een onderdeel van het vervolgingsapparaat van de bezetter. Toch gebeurde er vanuit het Tehuis Oosteinde wel het een en ander. Het Tehuis werd geleid door de Duits-Joodse vluchteling Jakob H. Bier (Keulen, 10 april 1885 – Westerbork, 10 oktober 1943) die later, in Westerbork, zou omkomen aan een bloedvergiftiging die hij opliep door zich open te halen aan het prikkeldraad. Andere mensen in deze verzetsgroep waren Max Rubinstein, Uschi Littmann en Jacques van der Kar.
Vanuit Tehuis Oosteinde probeerde men ten eerste een eiland van beschaving in stand te houden en ook werden er documenten, waaronder persoonsbewijzen, vervalst. Er was een verzetsgroep en men hielp Joden die uit de Hollandse Schouwburg ontvlucht waren.

En

Oosteinde 24 – Tehuis Oosteinde
In de oorlog zat hier het Tehuis Oosteinde – Naai- en Verstelwerk, een afdeling van de Joodse Raad. Het was in feite een verdeelpunt van kleding en dekens voor mensen die waren opgeroepen voor deportatie of die bij een razzia van de straat waren gepakt.

En

Tehuis Oosteinde was in 1937 opgericht als opvangcentrum voor jonge Joodse vluchtelingen uit Duitsland. In de oorlog kwam in het Tehuis een verzetsgroep samen, waar zich ook Nederlandse Joden bij aansloten. De groep verzorgde vanaf het begin van de deportaties onderduikplaatsen en persoonsbewijzen en hielp Joden ontsnappen uit de Hollandsche Schouwburg.

Bronnen: websites http://www.joodsamsterdam.nl/oosteinde/ en http://www.meeroverdeholocaust.nl/woordenlijst/tehuis-oosteinde

Alle rechten voorbehouden