Verhaal

De twe zoons van Josua de Vries hebben de oorlog overleefd.

Zijn dochter Loes niet

Door: David

Jodenpas van Hartog de Vries

Josua de Vries had een confiturenwinkel op de Haarlemmerdijk in Amsterdam. Huisnummer niet bekend. Hij was getrouwd met Lea de Vries - Korper. Samen hadden zij drie kinderen. Twee zoons en één dochter. Samuel genaamd Frits, Hartog (Harry) en Louise (Loes). Na opgeroepen te zijn door de Joodse Raad moest Josua samen met Lea zich melden bij de Joodse schouwburg. Louise is later aangekomen. Mijn oma heeft verteld dat zij Loes nog heeft uitgewuifd toen zij op de tram van oud-west naar de Plantage Middenlaan reedt met de tram. Vanuit de Joodse schouwburg zijn ze doorgevoerd naar een kamp in Hijker-Smilde vlakbij Westerbork. Josua heeft geschreven met zijn zoon Harry en schoondochter Miep de Vries- Moolhuijsen vanuit Hijker-Smilde. Zie foto's. Ze zijn uiteindelijk op transport gezet naar Auschwitz. Ze zijn allen vermoord in Auschwitz. Denkelijk door vergassing wat bijna wel zeker is. Zoon Frits is net voor de oorlog naar Engeland verhuist en is daar getrouwd. Naam van zijn vrouw is niet bekend. Hij had twee dochters waarvan ik één naam weet. Dinah. Frits heeft zich laten nationaliseren tot Engelsman. Hij schijnt ( niet zeker ) een paar wedstrijden te hebben gevoetbald in het nationaal Engelse voetbalelftal als keeper. Heb dit wel eens proberen te achterhalen maar nooit wat kunnen vinden. Verder is er weinig bekend van Frits. Ik heb wel foto's van zijn huwelijksdag. Na de oorlog is hij nog een paar keer bij zijn broer Harry geweest in Amsterdam maar of er meerdere ontmoetingen of communicatie per brieven zijn geweest is niet duidelijk. Harry heeft Westerbork wel van dichtbij meegemaakt. Hoe hij daar is ontkomen is niet duidelijk maar er schijnt jacht op hem gemaakt te zijn. Hij was gewoon thuis in de Geuzenstraat 35 in Amsterdam waar hij woonde met zijn vrouw Miep. Er schijnt diverse keren bezoek te zijn geweest door Gestapo om hem op te pakken maar Harry vloog dan over de balkons naar buren op drie hoog om zich te verstoppen. Ze hebben hem niet te pakken gekregen terwijl er aan de overkant een NSB-er woonde die er niet mee zat elke Jood voor €7.50 aan te geven. Harry heeft geluk gehad. Na de oorlog is er niemand van zijn negenenzeventig tellende familie teruggekeerd. Deze familieleden heb ik nooit kunnen achterhalen of wie dat waren maar uit de verhalen van mijn oma moeten dit er zoveel geweest zijn. Toen de oorlog afgelopen was en iedereen feest vierde sprak Harry de woorden: Wat valt er te vieren? Ze zijn allemaal dood. Hoe hij zo snel aan deze informatie kwam is ook een raadsel. Hij was voor de oorlog een kantoorklerk. In de oorlog in 1941 is bekent via zijn jodenpas dat hij typograaf was. Zie foto. Hij heeft jaren gewerkt bij DICO -druk in Amsterdam alvorens hij voor zichzelf begon als media-adviseur. Hij heeft jarenlang een reclamebureau gehad in Buitenveldert aan de van Neijenrodeweg. Hij is jaren geleden gestorven in Javea-Spanje. In volledige eenzaamheid. Hij heeft Zijn familie "na de oorlog geboren" allemaal achtergelaten. Bij zijn dood vonden ze in het huis in Spanje allemaal ingelijste foto's op de openhaard van zijn twee zoons en kleinkinderen waar ik er één van ben. 

Media bestand