Verhaal

Als enige teruggekomen

Na terugkeer als enige overlevende van het gezin, lukte het Martha Salomon haar woning terug te krijgen met hulp van mijn grootouders die haar onderburen waren.

Na de deportatie van het echtpaar Salomon in 1943 - hun kinderen waren al met het eerste transport uit Nederland in juli 1942 in Auschwitz omgekomen - schuivelte, zo vertelde mijn grootmoeder, de buurvrouw beneden, in het najaar van 1945 Martha Salomon langs het raam van de voorkamer van mijn grootouders. Zij woonde tot aan de deportatie op een hoog. Hun huisraad werd grotendeels en vliegensvlug door mijn grootouders gered en opgeborgen, zodat de verhuizer Puls niet al te veel tegenkwam toen ze een paar uur later kwamen aanzetten. De woning op een hoog was toen eerst onderdak geworden van een groep vrouwelijke Wehrmacht soldaten of "Blitzmaedel" en daarna kwam er een NSB-gezin wonen. Die waren er toen nog, in het najaar van 1945.
Martha Salomon werd onmiddelijk door mijn grootouders opgevangen - een klein mager vrouwtje met een kartonnen koffer dat het laatste transport Theresienstadt-Auschwitz had overleefd doordat het Rode Leger de trein had onderschept. Terwijl zij op verhaal kwam bij mijn grootouders, kwam mijn grootvader meteen in actie. Meteen belde hij de politie op met de melding dat de rechtmatige bewoonster van een hoog terug was gekomen, en dat zij haar woning weer wilde betrekken - en of de politie zo vriendelijk wilde zijn daarbij te helpen.
Zo gezegd, zo gedaan. De politie kwam, stelde proces-verbaal op, en zette het NSB-gezin letterlijk en figuurlijk, met huisraad en al, op straat. Mijn grootouders begonnen toen de woning weer in te richten met de geredde huisraad. En nadat Martha die woning weer betrok en tussen haar vertrouwde spullen zat - man en twee kinderen weg, maar zij was er nog - bleef ze daar tot haar overlijden in 1971. 

Ik heb die woning gekend en kan mij die goed herinneren.