Margaretha de Wolff uit Middelburg, was een dochter van Abraham de Wolff en Trijntje Frank. Zij werd geboren in een groot gezin, waar in totaal veertien kinderen zijn geboren. Vier kinderen zijn op jonge leeftijd in Middelburg gestorven maar negen andere broers en zusters van Margaretha, t.w. David, Clara, Esther, Arie, Jeannette, Daniel, Samuel, Hendrik en Rebekka zijn tijdens de Sjoa vermoord, net als Margaretha zelf. Zij was ongehuwd.
Op 15 Juli 1908 kwam zij als een meisje van bijna 16 jaar inwonen bij het gezin van haar nicht Vrouwtje van der Borg in Rotterdam, die met Jankel Chasler was getrouwd en woonden op de Walenburgerweg 104a. (Margaretha's moeder, Trijntje Frank was een zuster van de moeder van Vrouwtje van der Borg, Grietje Frank). Margaretha is in dat gezin gebleven totdat zij op 11 October 1940 verhuisde naar de Navanderstraat 8 in Rotterdam. Van daar is zij op 22 April 1943 naar Kamp Westerbork gestuurd, waar zij moest verblijven in barak 55. Op 18 Mei werd zij gedeporteerd naar Sobibor, waar zij drie dagen later op 21 Mei 1943 direct bij aankomst werd vermoord.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten Jankel Chasler en Margaretha de Wolff; website www.wiewaswie.nl en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Margaretha de Wolff.