Biografie

Over Debora Slier

Debora Slier was sinds 4 februari 1935 werkzaam bij de textielfabriek Hollandia-Kattenburg in Amsterdam.
Op woensdag 11 november 1942, omstreeks 16.30 uur, deed de Sicherheitspolizei onder leiding van Willy Lages een inval in de Hollandia-fabrieken. Alle uitgangen werden afgezet en de joodse medewerkers van het bedrijf werden ‘s avonds weggevoerd. Van alle die avond weggevoerde werknemers, maar ook van de werknemers die al eerder op transport waren gesteld, is in het 'Boek der tranen' een foto opgenomen.

Debora Slier werkte bij Hollandia, een kledingfabriek in Amsterdam. Op beschuldiging in het Hollandia-bedrijf het illegale blad De Waarheid te hebben verspreid en te hebben opgeroepen tot sabotage van de voor het Duitse leger bestemde productie van regenjassen door langzaam te werken of de lopende band onklaar te maken, werd een aantal werknemers gearresteerd. In januari 1943 werd tegen een eerste groep van vijf in Utrecht een proces gevoerd. Een tweede proces tegen de andere vijf werknemers ging niet door. De vijf joden werden als strafgeval naar Westerbork overgebracht en vandaar naar Auschwitz op transport gesteld. Debora Slier was één van hen.
Debora Slier was voor de oorlog een actief lid van de Bond in de Kleedingindustrie van het NVV.
//Joods Historisch Museum, Documentenverzameling, inv.nr B1376, 'Boek der tranen' A. Bockxmeer, “De ramp bij Hollandia Kattenburg”, Het Parool 7 november 1992, 21-22
B. Braber, Zelfs als wij zullen verliezen. Joden in verzet en illegaliteit in Nederland 1940-1945 (Amsterdam, 1990) 115, 178, noot 71//