Verhaal

Gezin Mozes Stork

De Commissaris van Politie te Gouda verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Mozes Stork, van beroep papierhandelaar, van zijn vrouw Keetje Stork-Cats en hun vier kinderen, waaronder de scholiere Marianne. Zij waren woonachtig in Gouda en werden ervan verdacht op 26 september 1942 van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken. Het echtpaar had nog drie kinderen die de oorlog overleefden.
Algemeen Politieblad, nr 42, 22 oktober 1942, 1189, bericht 2434

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 11292) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 11605/5509).