Verhaal

Gezin Mauritz ten Brink

Mauritz ten Brink woonde in Ootmarsum. Zijn dochter Fredrike woonde bij hem in. In augustus 1942 kreeg hij van het Arbeidsbureau een oproep om zich melden bij het Rooms-Katholiek Ziekenhuis in Oldenzaal voor een medisch onderzoek in verband met uitzending naar het werkverruimingskamp in Ruurlo. Burgemeester Schimmelpenninck van der Oye liet het Arbeidsbureau weten dat Mauritz ten Brink ziekelijk was en aan reumatiek leed en dat hij daarom niet ter keuring kon verschijnen. Zo hoefde Mauritz ten Brink niet naar het kamp in Ruurlo en kreeg hij enig uitstel van deportatie.
B. Morshuis, De geschiedenis van de joden in Ootmarsum (zp 1996) 55-56

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 5588) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.