Verhaal

Gezin Israel Sealtiel

Israel Sealtiel en Judith Sarphatie huwden in 1915 in Amsterdam. Israel liep met de voddenkar. Ze kregen in 1925 een zoon Israel die jong overleed. Omtrent 1924 woonden ze in bij Hartog Sealtiel, een broer van Israel. Samen ventten de broers ijs in de zomer en brandstoffen in de winter. Zoon Samuel hielp daarbij. Dochters Roosje en Sara werkten vanaf circa 1932 als naaisters bij de fa. Hertzberger op de P. H. Kade 141. Sara werkte daar nog steeds in 1938.

In 1932 viel Israel met een zak kolen van de trap en kon daardoor enige tijd niet werken. In 1933 wilde hij proberen met het venten van fruit in zijn onderhoud te voorzien. Een aantal jaar later werd hij invalide verklaard. Een deel van zijn voet was afgezet. In 1938 was zoon Samuel leerling diamantbewerker bij Marc. Dekker op de Corte Zwanenburgerstraat. Dochter Johanna was leerling naaister bij Pfaijen op de Herengracht.
Stadsarchief Amsterdam, Archief van de gemeentelijke sociale dienst, inv. nr. 3645, dossier 66948