Verhaal

Re: Herbegraven

Door:

Herbegrafenis Betje Knorringa-Druijf

Joodse onderduikster herbegraven

Heerenveen, 20110512 -- Op 12 mei werd Betje Knorringa-Druijf herbegraven op de Joodse begraafplaats in Groningen. Sinds ze in 1944 bij Mildam was vermoord, lag ze begraven in de armenhoek van de Algemene Begraafplaats van Heerenveen. Een groep vrijwilligers heeft twee jaar geijverd voor haar herbegrafenis.

Betje Knorringa-Druijf was de vrouw van Philippus Knorringa, eigenaar van hoedenzaak ‘Maison de Paris’ aan de Herestraat in Groningen. Op 24 september 1942 werd het echtpaar samen met hun dochter Helena Sylvia afgevoerd naar Westerbork. Betje en Philippus werden uit het kamp gesmokkeld door het verzet en kwamen op verschillende onderduikadressen terecht. Op 12 maart 1944 werd Betje door het verzet vermoord. Later die dag werd haar levenloze lichaam bij Mildam uit de rivier De Tjonger gehaald. Ze werd op 15 maart van dat jaar begraven in de armenhoek van de Algemene Begraafplaats van Heerenveen.

Twee jaar onderzoek

Nadat in 2008 een toneelgroep geruchten over een Joodse onderduikster een eigen draai gaf en een grafsteen met de naam ‘Hannah’ op haar graf plaatste, besloot een kleine groep om uit te zoeken wie deze Betje was en haar een graf met haar echte naam bij haar familie te geven. Het onderzoek naar de ware identiteit van deze Betje heeft twee jaar geduurd en strekte zich uit tot in Israël. Onder andere de gemeente Heerenveen en oorlogsonderzoeksjournalist Jack Kooistra hebben daarbij geholpen. Betjes identiteit is met zekerheid vastgesteld, zodat ze op 12 mei eervol kon worden herbegraven op de Joodse Begraafplaats in Groningen, bij haar moeder Sara Rosenberg in het familiegraf. Dit gebeurde onder toezicht van rabbijn Shmuel Spiero, rabbinaal bestuurslid van IPOR.

Vrijwilligers

Aan de herbegrafenis werkten behalve gemeente Heerenveen ook gemeente Groningen, Uitvaartcentrum van der Zwaag te Heerenveen, de Leeuwardense Steenhouwerij Hutting en de Joodse Gemeente Groningen belangeloos mee. Enkele vrijwilligers die niet met naam genoemd willen worden, hebben gezorgd voor een lijkwade en een kist die aan de voorwaarden voor een joodse begrafenis voldoet.

Familie

Betje ligt op de plaats van haar vader, Leman Alexander Druijf, die in 1942 in Auschwitz werd vermoord. Ook Betjes dochter werd in Auschwitz vermoord. Philippus Knorringa hertrouwde na de oorlog en overleed in 1973. Een kleine matseiwe (grafsteen) op het graf van Betje Druijf-Knorringa vermeldt in memoriam de naam van haar dochter Helena Sylvia Knorringa.

Bron: Joodse Gemeente Groningen

http://www.nieuwsbank.nl/inp/2011/05/12/G013.htm

Alle rechten voorbehouden