Verhaal

Onjuiste data op grafsteen

Hans Marius Koopal werd net als vijf anderen, onder wie ook het joodse echtpaar Alfred Schnell en Eva Jolowicz, slachtoffer van wat een buitenrechtelijke executie genoemd dient te worden. Bij de arrestatie van joodse onderduikers gold in elk geval het voorschrift dat zij naar Westerbork moesten worden overgebracht. Waarschijnlijk was het een wraakactie van de SS Obersturmführer en Kriminal-kommissar Erich Aloyisius Lütkenhus voor de bevrijding de dag ervoor van vier verzetsmensen. In elk geval zijn de zes slachtoffers omgebracht met de kennelijke bedoeling dat hun graf niet ontdekt zou worden. Bij werkzaamheden aan de IJssellinie werden op 13 februari 1945 de lichamen ontdekt. De SD nam de leiding over. De inmiddels gekiste lichamen werden alsnog naar Westerbork gebracht. Er was geen brandstof meer om ze te cremeren. Ze werden op de hei vlak bij kamp Westerbork anoniem begraven.
Op 13 mei 1945 werd de plek bij toeval ontdekt. De doden konden alsnog worden geïdentificeerd. De drie joodse slachtoffers kregen twee dagen later op 15 mei 1945 hun laatste rustplaats op de algemene begraafplaats van Westerbork.

N.B. Pas in 2001 is in Zwolle voor hen op de plaats van de moord een gedenkteken opgericht. Het is dus, met de recente kennis van het drama, begrijpelijk dat data, ook in het Slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting, niet kloppen. Hans Koopal werd op 30 september 1944 opgepakt. Hij en het echtpaar Schnell zijn op 4 oktober 1944 in Zwolle (en niet in Westerbork) om het leven gebracht.
De gegevens in het Digitaal Joods Monument zijn correct.
Bron : Zie voor uitgebreide informatie onderstaande website, m.n. de artikelen ‘Joodse graven in Westerbork’en het artikel uit de Zwolse Courant van 29 sept. 2001.
http://www.hubertweb.net/~engelsewerk/

Alle rechten voorbehouden