Verhaal

begraven in Polen

Arie Blazer was de zoon van Abraham Blazer [1854 Rotterdam] en Aaltjen Gobas [1852 Borculo].
Zijn zuster Leentje [1885] kwam eveneens om in Auschwitz.
Arie Blazer behoorde tot de zogenaamde Koselgroep. De deportatietrein naar Auschwitz stopte (soms) kort op het station van Kosel, ca 80 km van Auschwitz. Alle jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar werden er dan uit gehaald en gescheiden van de familieleden. Arie Blazer ging naar de staalfabriek in Malapane, Opper-Silezië (het tegenwoordige Poolse Ozimek, Opole). In het naburige dorp Szczedrzyk is hij begraven op de r.k. begraaf-plaats, in een massagraf van dwangarbeiders.

Op 18 oktober 1989 is daar in aanwezigheid van een grote Nederlandse delegatie een gedenkteken ingewijd met de namen van 43 uit Nederland gedeporteerde joden. Ook de naam van Arie Blazer staat erbij.
Bronnen :
- Oorlogsgravenstichting http://www.ogs.nl/
- over de Koselgroep: zie het item in Joods Monument
- Mededelingen IJsselakademie Kampen jrg 12 nr 4, dec. 1989, p. 74-78