In de avond van 2 oktober 1942 gebeurt waar zoveel Joodse Amsterdammers bang voor waren: agenten komen Roosje en haar kleine kinderen ophalen voor deportatie. Ze verstopt zich op zolder, maar een dag later meldt ze zich met haar kinderen zelf op het politiebureau. Ze sterven enkele weken later.
Bron: Inventaris archief gemeentepolitie, EVOPR00049000162