De vrouw van de kleermaker Johan Maurice hoek was in het dagelijks leven Jettchen. Voor haar klanten werd zij echter Jenny. Over haar blijkt weinig bekend te zijn. Zij was in Emden, Duitsland geboren en heeft de oorlog overleefd. zij overleed op 26 augustus 1955. Haar zoon Andries die als enige was overgebleven woonde toen in Amsterdam.
Haar geboortejaar was ongeveer 1875. Haar vader heette Abraham en was een koopman, haar moeder heette Sara de Beer. Haar ouders waren in 1875 in Oldenzaal getrouwd maar zijn daarna naar Emden verhuisd waar haar moeder was geboren. Begin 1886 zijn zij naar Enschede verhuisd. Haar zusje Rosalie die ook in Emden was geboren, overleed in Enschede als twee jarige meisje in 1886.
Jenny was modiste, zij maakte dameshoeden die naar alle waarschijnlijkheid in het begin een bijverdienste vormde in de kleermakerij van haar man gevestigd aan de (korte) Haaksbergerstraat nr 20 in Enschede. In 1907 verhuisde het gezin naar de Noorderhagen nr 58 tegenover de ingang van een stoomweverij van Van Heek & Co. Tussen het huis en de weverij lag toen nog een groot leeg plein met vrij uitzicht. Hun huis lag nu aan de achterzijde in de directe omgeving van de oude sjoel en jongenschool aan de Stadsgravenstraat.
Haar hoeden sloegen blijkbaar aan bij de lokale bevolking en er werd door Johan een echte hoedenwinkel met de naam fa. Jenny Meijer ingericht, aangezien Jettchen als getrouwde vrouw immers niet handelingsbekwaam werd geacht door de Nederlandse wetgevers. Johan was daarnaast vennoot in de kleermakersfirma van zijn vader Andries, "Hoek & Zonen".
Voor 1939 was de fa. Jenny Meijer ingeschreven en gevestigd aan de (korte) Haaksbergerstraat nr 19, tegenover hun eerste woonhuis. In 1939 werd de hoedenwinkel opnieuw ingeschreven in het handelsregister als modesalon "Jenny". Het nieuwe adres werd toen Noorderhagen 1b, naast bakker Sigmond van Zuiden op nr 1a. Haar zoon Nico werd toen formeel de eigenaar van de winkel. Haar man Johan werd procuratiehouder. In 1940 werd hij bij de firma uitgeschreven nadat hij was overleden. Jettchen hield tot het einde haar winkel gewoon open. In november 1942 werd de zaak bij het register uitgeschreven en formeel "geliquideerd". Zoon Nico was immers een slachtoffer van de oorlog geworden.
Haar moeder overleed in april 1928 en in november zou ook haar vader komen te overlijden. Haar ouders woonden al vanaf 1905 aan de Noorderhagen op nr 48 en waren haar "buren in de straat". Haar vader was ooit met een klein kledingmagazijn en manufactuurhandel begonnen in de Achterstraat (nu Stadsgravenstraat). Het bedrijf werd toen naar de Noorderhagen verhuisd en in 1913 kon hij een filiaal openen in de toen prestigieuze (korte) Hengelosestraat. Dit filiaal groeide uit tot een van de gerenommeerde damesmodezaken van Enschede.
Bronnen: Dagblad Tubantia, Gemeentearchief, handelsregister