Verhaal

Ilse Brüll

Ilse Brüll werd geboren op 28 april 1925 in het Oostenrijkse Innsbrück, als eerste en enige kind van Rudolf Brüll en Julie Steinharter. Het gezin woonde in de Anichstraße 7.

Foto: Ingeborg Brüll via www.novemberpogrom1938.at
Alle rechten voorbehouden

Ilse Brüll werd geboren op 28 april 1925 in het Oostenrijkse Innsbrück, als eerste en enige kind van Rudolf Brüll en Julie Steinharter. Het gezin woonde in de Anichstraße 7. Vader bezat een meubelzaak op ditzelfde adres, en zijn broer Josef woonde samen met zijn vrouw en hun dochter, Ilse’s nichtje Inge, ook bij het gezin in huis.

Als kind bezocht Ilse de Volksschule in de Franz Fischerstraße, tot ze in september 1935 oud genoeg was om naar de middelbare school te gaan. Dit werd de Hauptschule in de Michael Gaismarstraße te Innsbrück.

Tijdens de Kristallnacht in november 1938, toen Ilse bij haar tante in München logeerde, werd haar vader ernstig mishandeld en gearresteerd. Twee van zijn broers troffen hetzelfde lot. In januari 1939 werden de twee gezinnen uit de Anichstraße gedwongen te verhuizen naar de Oostenrijkse hoofdstad Wenen, waar ze bij een zus van Ilse’s vader op de Lerchenfelderstraße 30 konden wonen.

Ilse werd naar Nederland gestuurd, en kwam met haar één jaar jongere nichtje Inge op 28 april 1939 in Rotterdam aan. Na een quarantaineperiode van een maand kregen de beide meisjes onderdak in het katholieke St. Jakobus klooster in Eersel, een dorpje vlakbij Eindhoven.

Bij het uitbreken van de oorlog kregen de nonnen het bevel om Ilse uit te leveren. Haar nichtje Inge, die een niet-joodse moeder had, gold als half-joods en was bovendien gedoopt, maar Ilse koos er bewust voor om haar afkomst trouw te blijven. Ze gaf gehoor aan de oproep om naar kamp Westerbork te gaan. Van hieruit werd ze op 31 augustus 1942 naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze direct na aankomst op 3 september in de gaskamers om het leven werd gebracht.

Haar ouders, die in Wenen waren achtergebleven, probeerden met de andere familieleden naar de Verenigde Staten te vluchten, maar dit mislukte. Ze werden gearresteerd en in februari 1943 naar Theresiënstadt overgebracht. Beiden overleefden de oorlog en keerden in 1945 naar Innsbrück terug. Ook Ilse’s nichtje Inge wist de oorlog te overleven, dankzij haar doopbewijs en haar niet-joodse moeder.

Alle rechten voorbehouden